Wat is redding?
Het antwoord uit de Bijbel
De termen ‘redden’ en ‘redding’ worden soms door Bijbelschrijvers gebruikt om de gedachte over te brengen van een persoon die wordt gered uit een gevaarlijke situatie (Exodus 14:13, 14; Handelingen 27:20). Maar vaak duiden deze termen op verlossing van zonde (Mattheüs 1:21). Omdat de dood het gevolg is van zonde, hebben personen die van zonde worden gered de hoop om voor altijd te leven (Johannes 3:16, 17). a
Hoe kun je gered worden?
Om gered te kunnen worden, moet je geloof stellen in Jezus en je geloof uiten door zijn geboden te gehoorzamen (Handelingen 4:10, 12; Romeinen 10:9, 10; Hebreeën 5:9).
Uit de Bijbel blijkt dat je door je daden moet laten zien dat je echt geloof hebt (Jakobus 2:24, 26). Maar dat betekent niet dat je redding kunt verdienen. Het is ‘Gods gave’, gegeven uit ‘onverdiende goedheid’ of ‘genade’ (Efeziërs 2:8, 9, Herziene Statenvertaling).
Zou je je redding kunnen verliezen?
Ja. Net zoals iemand die gered is van de verdrinkingsdood weer in het water zou kunnen vallen of springen, zou iemand die gered is van zonde zijn geloof kunnen verliezen, en daarmee zijn redding. Daarom spoort de Bijbel christenen die redding hebben gekregen aan om ‘onvermoeid te strijden voor het geloof’ (Judas 3). Ook waarschuwt de Bijbel degenen die gered zijn dat ze ‘met vrees en beven’ aan hun eigen redding moeten werken (Filippenzen 2:12).
Wie is de Redder: God of Jezus?
De Bijbel wijst God aan als de belangrijkste bron van redding; hij wordt dan ook vaak ‘Redder’ genoemd (1 Samuël 10:19; Jesaja 43:11; Titus 2:10; Judas 25). Verder gebruikte God verschillende mensen om het volk Israël uit de oudheid te bevrijden, en ook zij worden in de Bijbel ‘redders’ genoemd (Nehemia 9:27; Rechters 3:9, 15; 2 Koningen 13:5). b En omdat God ons van zonde heeft bevrijd door middel van het loskoopoffer van Jezus Christus, wordt ook hij in de Bijbel ‘Redder’ genoemd (Handelingen 5:31; Titus 1:4). c
Zal iedereen gered worden?
Nee, sommige mensen zullen niet gered worden (2 Thessalonicenzen 1:9). Toen aan Jezus werd gevraagd of ‘het er weinig zijn die gered worden’, antwoordde hij: ‘Spant u krachtig in om door de nauwe deur binnen te gaan, want velen, zeg ik u, zullen trachten binnen te gaan, maar zullen niet in staat zijn’ (Lukas 13:23, 24).
Misvattingen over universele redding
Misvatting: De Bijbel leert universele redding door in 1 Korinthiërs 15:22 te zeggen dat ‘in de Christus allen levend gemaakt zullen worden’.
Feit: Uit de context blijkt dat het hier over de opstanding uit de dood gaat (1 Korinthiërs 15:12, 13, 20, 21, 35). Dus de zinsnede ‘in de Christus zullen allen levend gemaakt worden’ betekent gewoon dat iedereen die een opstanding krijgt, dat te danken heeft aan Jezus Christus (Johannes 11:25).
Misvatting: De Bijbel leert universele redding door in Titus 2:11 te zeggen dat God redding mogelijk maakt voor ‘alle mensen’ (De Nieuwe Bijbelvertaling).
Feit: Het Griekse woord dat in dit vers met ‘alle’ is vertaald, kan ook ‘allerlei’ of ‘alle soorten van’ betekenen. d De uitdrukking in Titus 2:11 betekent dat God redding mogelijk maakt voor alle soorten van mensen, onder wie mensen ‘uit alle natiën en stammen en volken en talen’ (Openbaring 7:9, 10).
Misvatting: De Bijbel leert universele redding door in 2 Petrus 3:9 te zeggen dat God ‘niet wenst dat er iemand vernietigd wordt’.
Feit: God wil dat mensen worden gered, maar hij dwingt ze niet om zijn voorziening voor redding te aanvaarden. Zijn ‘dag van het oordeel’ zal ‘de vernietiging der goddeloze mensen’ omvatten (2 Petrus 3:7).
a Hoewel de Bijbel het heeft over ‘gered zijn’, gaat het daarbij om een redding van zonde en dood die nog in de toekomst ligt (Efeziërs 2:5; Romeinen 13:11).
b In de genoemde Bijbelteksten gebruiken sommige vertalingen termen als ‘bevrijder’, ‘leider’ of zelfs ‘iemand’ in plaats van ‘redder’. Maar in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst van de Bijbel is het woord dat voor menselijke redders wordt gebruikt, hetzelfde als het woord dat in andere Bijbelverzen wordt gebruikt voor Jehovah God als Redder (Psalm 7:10).
c De naam Jezus komt van de Hebreeuwse naam Jehosjoea wat ‘Jehovah is redding’ betekent.
d Zie Vine’s Complete Expository Dictionary of Old and New Testament Words. Hetzelfde Griekse woord staat in Mattheüs 5:11, waar Jezus zegt dat mensen ‘allerlei’ leugens over zijn volgelingen zouden vertellen (Bijbel in Gewone Taal).