Op 11 juni 2022 heeft president Vladimir Poetin twee wetsontwerpen ondertekend waarmee Rusland zich met ingang van 15 maart 2022 eenzijdig aan de rechtsmacht van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft onttrokken. Daardoor zijn alle uitspraken van het EHRM vanaf 15 maart 2022 niet langer wettelijk afdwingbaar in Rusland. Dat geldt ook voor de uitspraak van het EHRM van 7 juni, waarin het landelijke verbod op Jehovah’s Getuigen onwettig werd verklaard en Rusland werd bevolen de strafrechtelijke vervolging van de Getuigen te staken, alle Getuigen die momenteel vastzitten vrij te laten en alle in beslag genomen eigendommen terug te geven of er anders ongeveer 59 miljoen euro schadevergoeding voor te betalen.

Het Comité van Ministers van de Raad van Europa ziet toe op de uitvoering van de uitspraken van het EHRM in zijn lidstaten. Rusland was sinds 1996 lid van de Raad van Europa.

Op 15 maart 2022 bracht Rusland de Raad op de hoogte van het voornemen om zich als lid terug te trekken. De volgende dag zette de Raad Rusland officieel uit de Raad. De Russische overheid werd vervolgens meegedeeld dat volgens de bepalingen van het verdrag dat zij bij haar toetreding tot de Raad van Europa had ondertekend, Rusland tot en met 16 september 2022 onder de rechtsmacht van het EHRM zou blijven vallen.

Rusland probeerde zich eenzijdig te onttrekken aan de resterende verplichtingen jegens het Hof door op 7 juni 2022 de twee bovengenoemde wetsontwerpen aan te nemen. Dat was op dezelfde dag dat het EHRM de uitspraak ten gunste van onze broeders en zusters in Rusland deed.

De uitspraak van het EHRM kan in de plaatselijke gerechtshoven van de 46 lidstaten van de Raad van Europa worden gebruikt in zaken waarbij Jehovah’s Getuigen betrokken zijn. Het belangrijkste is dat de uitspraak Jehovah’s Getuigen volledig vrijspreekt van alle beschuldigingen van Rusland. Wereldwijd resulteert deze beslissing in een groot getuigenis voor Jehovah en in de rechtvaardiging van zijn naam. Jehovah verdient alle eer (Psalm 83:18).