Overzicht Eritrea
Jehovah’s Getuigen worden het hevigst vervolgd in Eritrea. Vanaf Eritrea’s onafhankelijkheid in 1993 heeft de regering Jehovah’s Getuigen onophoudelijk gevangengezet, gemarteld en lastiggevallen. In een presidentieel besluit van 25 oktober 1994 werd verklaard dat de Getuigen in Eritrea ‘hun Eritrese burgerschap verzaakt hebben’ door te weigeren aan politieke activiteiten deel te nemen of in het leger te gaan. Daarom heeft de regering de Getuigen hun fundamentele burgerrechten ontnomen.
Vanwege jarenlange vervolging en moeilijkheden zijn veel Getuigen het land uit gevlucht. Degenen die gebleven zijn, lopen altijd het risico mishandeld te worden en moeten hun religieuze activiteiten uiterst voorzichtig uitvoeren. Door de jaren heen hebben Eritrese autoriteiten veel Getuigen gearresteerd en gevangengezet — omdat ze gewetensbezwaren tegen militaire dienst hebben, religieuze bijeenkomsten bijwoonden of met anderen over de Bijbel spraken, en soms om onbekende redenen. Onder de gevangenen zijn oudere mannen, vrouwen en soms zelfs kinderen. Drie Getuigen zitten al meer dan 20 jaar in de gevangenis. Geen van die mannen is ooit formeel aangeklaagd of heeft een rechtszaak met een veroordeling gehad.
De vervolging van Jehovah’s Getuigen in Eritrea heeft internationale belangstelling gekregen. Regeringsvertegenwoordigers vanuit Afrika, Europa en de Verenigde Staten hebben de kwestie ter sprake gebracht bij Eritrese functionarissen, maar de regering heeft weinig aan de situatie gedaan. De Getuigen hebben al vaak geprobeerd om met Eritrese functionarissen in Asmara de dialoog aan te gaan, maar de regering weigert dat.