Een cadeau voor een koning
‘Astrologen uit oostelijke streken (...) openden hun schatten en boden het [kind] geschenken aan: goud en geurige hars en mirre.’ — Mattheüs 2:1, 11.
WAT voor cadeau zou u aan een belangrijk persoon geven? In Bijbelse tijden waren sommige specerijen * net zo waardevol als goud — ze werden zelfs als cadeau aan koningen gegeven. Daarom gaven de astrologen onder andere twee specerijen cadeau aan de ‘koning der joden’ (Mattheüs 2:1, 2, 11).
De Bijbel vertelt ook dat toen de koningin van Scheba Salomo bezocht, ‘zij de koning honderd twintig talenten goud en balsemolie in zeer grote hoeveelheid en edelstenen gaf; en die balsemolie * welke de koningin van Scheba aan koning Salomo gaf, had haar weerga nog niet gevonden’ (2 Kronieken 9:9). Ook andere vorsten stuurden Salomo balsemolie als vriendelijk gebaar (2 Kronieken 9:23, 24).
Specerijen en producten waarin ze verwerkt werden, waren zo kostbaar omdat er veel vraag naar was. Ze werden bijvoorbeeld gebruikt als verzorgingsproducten, bij religieuze diensten en bij begrafenissen. (Zie het kader ‘ Gebruik van aromatische specerijen in Bijbelse tijden’.) Ook was het transporteren en op de markt brengen ervan een kostbare onderneming.
DWARS DOOR DE ARABISCHE WOESTIJN
In de Bijbel komt een groot aantal specerijen voor, waaronder saffraan, aloë, balsem, kaneel, wierookhars en mirre. Daarnaast lees je over specerijen die veel in voedsel verwerkt werden, zoals komijn, munt en dille. In Bijbelse tijden groeiden sommige specerijplanten in het Jordaandal. Andere specerijen moesten geïmporteerd worden.
Waar kwamen deze exotische specerijen vandaan? Aloë, kassie en kaneel werden geïmporteerd uit China, India en Sri Lanka. Specerijen als mirre en wierookhars kwamen van bomen en struiken in woestijngebieden tussen Zuid-Arabië en Somalië. En nardus was een exclusief Indiaas product uit de Himalaya.
Veel specerijen die in Israël werden verkocht, werden aangeleverd via Arabië. Tijdens het tweede en eerste millennium v.Chr. had Arabië mede hierdoor een ‘monopolie op het vervoer van goederen tussen Oost en West ’, zegt Het boek der specerijen. De oude steden, vestingen en stopplaatsen voor karavanen in de Negeb in Zuid-Israël verraden waar vroeger de handelsroutes liepen. Deze nederzettingen weerspiegelen ‘de enorm
winstgevende handel in wierook en mirre van Zuid-Arabië naar de Middellandse Zee’, zegt het Werelderfgoedcomité van UNESCO.‘Het was een lading die weinig plaats innam, de prijzen waren hoog en de vraag ernaar constant — drie factoren die maakten dat specerijen erg in trek waren als handelsgoederen.’ — Het boek der specerijen
Karavaans beladen met aromatische specerijen legden vaak afstanden af van wel 1800 kilometer, dwars door Arabië (Job 6:19). De Bijbel noemt een karavaan van Ismaëlitische handelaars die specerijen als ‘ladanum en balsem en harsrijke schors’ van Gilead naar Egypte vervoerden (Genesis 37:25). Jakobs zoons verkochten hun broer Jozef als slaaf aan deze handelaars.
HET ‘BEST BEWAARDE HANDELSGEHEIM VAN ALLE TIJDEN’
Arabische handelaars domineerden de specerijhandel eeuwenlang. Op een gegeven moment waren ze zelfs de enige leveranciers van Aziatische specerijen, zoals kassie en kaneel. Om te voorkomen dat de Mediterraanse wereld directe handelsroutes met het oosten aanlegde, verzonnen de Arabieren spannende verhalen over de gevaren van het bemachtigen van specerijen. Waar de specerijen echt vandaan kwamen, was ‘het waarschijnlijk best bewaarde handelsgeheim van alle tijden’, zegt Het boek der specerijen.
Welke sterke verhalen verspreidden de Arabieren? Herodotus, een Griekse historicus uit de vijfde eeuw v.Chr., vertelde over angstaanjagende vogels die nesten van kaneelbast bouwden op ontoegankelijke kliffen. Om deze kostbare specerij in handen te krijgen, legden kaneelverzamelaars grote stukken vlees aan de voet van de klif. De vogels waren zo gulzig dat ze te veel vlees naar hun nesten brachten, waardoor de nesten op de grond
vielen. De mannen pakten dan snel de kaneelbast en verkochten die aan handelaars. Iedereen kende die verhalen. Het boek der specerijen zegt dat kaneel vanwege ‘de beweerde gevaren die aan de oogst ervan verbonden waren, hoge prijzen opbracht’.Uiteindelijk werd het geheim van de Arabieren ontdekt en verloren ze hun monopolie. Tegen de eerste eeuw v.Chr. was Alexandrië (Egypte) uitgegroeid tot een grote haven en een handelscentrum voor specerijen. Toen zeevaarders ontdekten hoe ze de moessonwinden op de Indische Oceaan konden benutten, voeren Romeinse schepen vanuit Egyptische havens naar India. Daardoor werd het makkelijker om aan exclusieve specerijen te komen en zakten de prijzen.
Vandaag de dag is de waarde van specerijen niet meer te vergelijken met die van goud. En we zouden ze ook niet meer als cadeau aan een koning geven. Toch gebruiken miljoenen mensen ze nog steeds in parfum en medicijnen — en natuurlijk om voedsel op smaak te brengen. Net als duizenden jaren geleden verrassen de verleidelijke aroma’s van specerijen nog steeds onze zintuigen.