Jehovah, God, wil dat we ons vrij voelen om hem geregeld te vertellen wat ons bezighoudt (Lukas 18:1-7). Hij luistert omdat hij in ons geïnteresseerd is. Als onze hemelse Vader ons vriendelijk uitnodigt tot hem te bidden, waarom zouden we dan niet op die uitnodiging ingaan? (Lees Filippenzen 4:6.)

Bidden is niet gewoon een manier om God om hulp te vragen. Het gebed helpt ons een goede band met hem te krijgen (Psalm 8:3, 4). Als we God geregeld vertellen hoe we ons voelen, wordt onze vriendschap met hem hechter. (Lees Jakobus 4:8.)

God wil niet dat we dure woorden in onze gebeden gebruiken of dat we gebeden uit het hoofd opzeggen. Ook hoeven we geen speciale houding aan te nemen. Jehovah nodigt ons uit om vanuit ons hart te bidden (Mattheüs 6:7). In het oude Israël bijvoorbeeld stortte Hanna haar hart uit bij God toen ze een probleem had waar ze heel erg mee zat. Later, toen haar zorgen waren verdwenen, bedankte ze God oprecht in gebed. (Lees 1 Samuël 1:10, 12, 13, 26, 27; 2:1.)

Bidden is echt een geweldig voorrecht! We kunnen de Schepper vertellen wat ons bezighoudt. We kunnen hem ook loven en bedanken voor wat hij doet. Zo’n kostbaar voorrecht mogen we echt niet aan ons voorbij laten gaan. (Lees Psalm 145:14-16.)