COVERONDERWERP | LEUGENS DIE HET MOEILIJK MAKEN VAN GOD TE HOUDEN
De leugen dat God wreed is
WAT VEEL MENSEN GELOVEN
„De zielen van hen die sterven in staat van doodzonde, dalen onmiddellijk na de dood af in de hel, waar zij de straffen van de hel, ’het eeuwige vuur’, ondergaan” (Catechismus van de Katholieke Kerk). Sommige religieuze leiders zeggen dat de hel een toestand is van volledig gescheiden zijn van God.
DE WAARHEID UIT DE BIJBEL
„De ziel die zondigt, die zal sterven” (Ezechiël 18:4). De doden „zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). Als de ziel sterft en zich van niets bewust is, hoe kan iemand dan lijden in „het eeuwige vuur” of zelfs maar de pijn ervaren eeuwig van God gescheiden te zijn?
In de Bijbel duidt zowel het Hebreeuwse als het Griekse woord dat vaak met „hel” is vertaald in feite op het gemeenschappelijke graf van de mensheid. Toen Job bijvoorbeeld aan een pijnlijke ziekte leed, bad hij: „Och, verstopte U mij maar in het graf [„helle”, Leuvense Bijbel]” (Job 14:13, Herziene Statenvertaling). Job wilde rust, niet op een plek van pijniging of vervreemding van God, maar in het graf.
WAAROM HET IETS UITMAAKT
Wreedheid stoot af. „Van jongs af aan werd mij geleerd dat er een hellevuur bestaat”, zegt de Mexicaanse Rocío. „Ik was zó bang dat ik me niet kon voorstellen dat God goede eigenschappen had. Ik dacht dat hij haatdragend en onverdraagzaam was.”
Toen Rocío leerde wat de Bijbel over Gods oordelen en de toestand van de doden zegt, ging ze anders over God denken. „Ik voelde me bevrijd, alsof er een grote emotionele last van mijn schouders was gevallen. Ik kreeg het vertrouwen dat God het beste met ons voorheeft, dat hij van ons houdt en dat ik van hem kan houden. Hij is als een vader die zijn kinderen bij de hand pakt en het beste met ze voorheeft” (Jesaja 41:13).
Veel mensen proberen vroom te leven omdat ze bang zijn voor de hel, maar God wil niet dat u hem uit angst dient. Jezus zei juist: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben” (Markus 12:29, 30). En als we beseffen dat God in deze tijd niets doet wat onrechtvaardig is, kunnen we ook vertrouwen hebben in zijn toekomstige oordelen. Net als Jobs vriend Elihu kunnen we vol overtuiging zeggen: „Verre zij het van de ware God wetteloos te handelen, en van de Almachtige onrechtvaardig te handelen” (Job 34:10).