Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hebt u eerder geleefd?

Hebt u eerder geleefd?

„Het is waar: herleven is mogelijk, de levenden komen uit de doden voort en de zielen van gestorvenen blijven bestaan.” — WOORDEN VAN SOCRATES VOLGENS PLATO, GRIEKS FILOSOOF, VIJFDE EEUW V.CHR.

„Omdat de ziel niet zonder lichaam voorkomt en toch niet het lichaam is, kan de ziel in verschillende lichamen leven, het ene lichaam na het andere.” — GIORDANO BRUNO, ITALIAANS FILOSOOF, ZESTIENDE EEUW.

„Niets is dood: mensen doen alsof ze dood zijn (...) en dan staan ze gezond en wel uit het raam te kijken, in een nieuwe en vreemde vermomming.” — RALPH WALDO EMERSON, AMERIKAANS ESSAYIST EN DICHTER, NEGENTIENDE EEUW.

HEBT u zich weleens afgevraagd wie u eigenlijk bent en of u eerder hebt geleefd? Dan bent u niet de enige. Al heel lang hebben mensen in oosterse en westerse culturen over zulke vragen nagedacht. Sommigen hebben de antwoorden gezocht in reïncarnatie. Dat is het geloof dat als iemand sterft, een onstoffelijke ’ziel’ het lichaam verlaat en in een of meer volgende levens opnieuw geboren wordt in een ander lichaam — van een mens, een dier of zelfs een plant.

Dat idee spreekt sommigen wel aan, maar hoe kunnen we zeker weten of het waar is? Wat zegt Gods Woord, de Bijbel, erover? Laten we eerst eens kijken waar dit geloof vandaan komt.

Wat is de oorsprong van reïncarnatie?

Historici en wetenschappers zeggen dat de inwoners van het oude Babylon, een stad die meer dan tweeduizend jaar v.Chr. werd gesticht, al speelden met het idee dat de menselijke ziel onsterfelijk is. Het probleem van onsterfelijkheid „hield de Babylonische theologen serieus bezig”, zegt Morris Jastrow jr. in zijn boek The Religion of Babylonia and Assyria. Voor de Babyloniërs „was de dood een overgang naar een ander soort leven”, legt hij uit. „Het feit dat het voor iemand onmogelijk is te bevatten dat hij voor altijd geen bewustzijn zou hebben, lag ongetwijfeld ten grondslag aan de vroegste theorie van de eindeloosheid van het bestaan in de een of andere vorm.”

Vanaf dat begin in Babylon ontstonden er ook in andere delen van de oude wereld leerstellingen over zielsverhuizing en wedergeboorte van de ziel. Filosofen in India formuleerden een ingewikkeld geloofssysteem rond een cyclus van wedergeboorten gebaseerd op de wet van oorzaak en gevolg: karma. Invloedrijke Griekse filosofen namen het idee van reïncarnatie over, waardoor het steeds populairder werd.

Ook in deze tijd neemt in westerse landen de belangstelling voor reïncarnatie toe. Beroemdheden en jongeren raken gefascineerd door oosterse religieuze ideeën en gebruiken. Er zijn massa’s boeken en internetsites over de betekenis van zogenaamde ervaringen uit vorige levens. In veel landen is reïncarnatietherapie heel populair aan het worden. Daarbij wordt hypnose gebruikt om iemands veronderstelde vorige levens te bestuderen en zo zijn huidige gezondheid en gedragspatroon te begrijpen.

Klopt de reïncarnatieleer?

Hoewel het geloof in reïncarnatie heel oud is, blijft de belangrijkste vraag: klopt het wel? En christenen willen graag weten of dat denkbeeld door de Bijbel ondersteund wordt (Johannes 17:17). Omdat onze Schepper, Jehovah God, de Bron van het leven en „een Onthuller van geheimen” is, maakt hij dingen over het leven en de dood bekend die mensen anders niet hadden geweten. In zijn Woord, de Bijbel, staan betrouwbare antwoorden op vragen over dit onderwerp (Daniël 2:28; Handelingen 17:28).

Gods antwoorden kunnen makkelijk gevonden worden als we de Bijbel zichzelf laten uitleggen. In Genesis 3:19 staat bijvoorbeeld wat God tegen Adam zei toen Adam en Eva ongehoorzaam waren geweest: „In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” Adam was uit stof gemaakt. Bij zijn dood keerde hij tot stof terug. Wat God hierover zei was duidelijk. Als iemand sterft, wordt hij dus niet opnieuw geboren als iemand anders, maar houdt hij op te bestaan. * Net als warm en koud, nat en droog, en licht en donker het tegenovergestelde van elkaar zijn, is dood het tegenovergestelde van leven. De doden zijn echt dood! Dat is eenvoudig en logisch.

Er moet dus een andere verklaring zijn voor herinneringen uit vorige levens. Het is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe de hersenen en het onderbewustzijn precies werken, of wat de gevolgen zijn van medicijnen of traumatische ervaringen. Dromen en fantasieën die gebaseerd zijn op de gigantische hoeveelheid informatie in het geheugen kunnen zo levendig zijn dat ze echt lijken. En soms creëren boze geesten mysterieuze ervaringen waardoor iets wat niet echt is, misschien echt lijkt (1 Samuël 28:7-19).

Mensen hebben van nature het verlangen om te leven en meer over de toekomst te weten. Maar waar komt dat verlangen vandaan? Het is interessant dat de Bijbel over de Schepper zegt: „Hij [heeft] ook de eeuwigheid gelegd in het hart van den mens” (Prediker 3:11, Petrus Canisiusvertaling). Mensen hebben dus diep vanbinnen het verlangen voor altijd te leven.

Als onze Schepper, Jehovah God, mensen het verlangen heeft gegeven om eeuwig te leven, dan is het alleen maar logisch dat hij ook duidelijk maakt hoe dat bereikt kan worden. De Bijbel laat zien dat de Schepper van plan is gehoorzame mensen te belonen met eeuwig leven in een paradijs op aarde. „De rechtvaardigen, díé zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven”, zei koning David onder inspiratie van God (Psalm 37:29). Een belangrijke Bijbelse leerstelling die onlosmakelijk verbonden is met dat voornemen van God is de opstanding van de doden (Handelingen 24:15; 1 Korinthiërs 15:16-19).

De opstanding: de zekere hoop voor de doden

In de Bijbel staan acht voorvallen waarbij iemand op aarde uit de dood tot leven werd gebracht, in het bijzijn van getuigen. * In al die gevallen ging het om een opstanding, niet om reïncarnatie. De personen die weer levend werden gemaakt, werden door familie en vrienden meteen herkend. De familieleden hoefden niet overal naar pasgeboren baby’s te gaan om te zien of het kind de reïncarnatie van hun gestorven dierbare was (Johannes 11:43-45).

Gods Woord laat zien dat de overgrote meerderheid van degenen die gestorven zijn, uit de dood opgewekt zal worden in Gods nieuwe wereld, die binnenkort deze slechte wereld zal vervangen! (2 Petrus 3:13, 14) Het levenspatroon van miljarden mensen wordt nu bewaard in het grenzeloze, volmaakte geheugen van Jehovah, de God die zelfs de namen van alle sterren kan onthouden (Psalm 147:4; Openbaring 20:13). Als hij achtereenvolgende generaties in zijn nieuwe wereld weer tot leven brengt, zullen ze zelf hun stamboom kunnen nagaan en hun voorouders kunnen leren kennen. Wat een fascinerend vooruitzicht!

^ ¶13 Zie voor meer informatie hoofdstuk 6, „Waar zijn de doden?”, van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

^ ¶18 De acht voorvallen staan in 1 Koningen 17:17-24; 2 Koningen 4:32-37; 13:20, 21; Lukas 7:11-17; 8:40-56; Johannes 11:38-44; Handelingen 9:36-42; 20:7-12. Als u die verslagen leest, zult u zien dat er bij die opstandingen veel ooggetuigen waren. Er is ook nog een verslag over de opstanding van Jezus Christus (Johannes 20:1-18).