Russische zomercongressen hebben goede resultaten
Russische zomercongressen hebben goede resultaten
IEDERE zomer trekken Russische natuurliefhebbers massaal vanuit de stad naar het platteland om in een zomerhuisje, een datsja, te gaan wonen. Voor hen is dat een periode om aan de drukte van de stad te ontsnappen. De afgelopen paar zomers zijn in Rusland ook Jehovah’s Getuigen in grote aantallen naar het platteland getrokken, maar om een andere reden.
Hoewel er in Rusland in sommige steden beperkingen gelden voor het werk van Jehovah’s Getuigen, blijven ze in het openbaar samenkomen voor aanbidding, waarbij ze gebruikmaken van hun grondwettelijke recht op godsdienstvrijheid. Maar door tegenstand en druk van verkeerd ingelichte autoriteiten of plaatselijke geestelijken van de Russisch-orthodoxe kerk, is het af en toe moeilijk geweest geschikte gelegenheden voor hun jaarlijkse congressen te huren. Daarom hebben ze in de openlucht bos- of veldcongressen georganiseerd. Tussen 2007 en 2009 zijn er op vijfentwintig plekken door heel Rusland wel veertig van zulke ’picknicks’ gehouden.
Een Getuige die al jarenlang congressen in Rusland bezoekt, vertelt: „Toen we stadions en gebouwen in grote steden huurden, kregen veel oprechte mensen en plaatselijke overheden de
gelegenheid zelf te oordelen wat voor organisatie we zijn, omdat ze zagen hoe schoon en ordelijk alles was. Nu worden we gedwongen samen te komen in het bos, waar alleen de dieren toekijken. Het is jammer dat het publiek niets kan zien van deze prachtige congressen, waar mensen van allerlei rassen en met verschillende achtergronden en godsdiensten samenkomen.”Hoewel deze bijeenkomsten feestelijke gelegenheden zijn, geeft een Getuige toe: „Het doet goed de zelfopoffering en trouw te zien van medegetuigen die zich aan de omstandigheden aanpassen. Maar eerlijk gezegd kan het zowel fysiek als emotioneel belastend zijn als de autoriteiten het ons moeilijk maken congressen te houden. Het beperkt ons ook in onze vrijheid om de almachtige God op een waardige manier te aanbidden.” Hoe zijn Jehovah’s Getuigen in Rusland met die uitdaging omgegaan?
Boscongressen in het hele land
Vaak wordt een huurovereenkomst op het laatste moment geannuleerd, en dan hebben de organisatoren van een congres maar een paar dagen om iets anders te regelen voor de duizenden bezoekers. In 2008 bijvoorbeeld hebben de Getuigen in Tsjeboksary in de deelrepubliek Tsjoevasjië het congres op een groot terrein moeten houden dat omgeven was door berken en uitzicht bood op de Wolga. Ze stonden voor een enorme taak. Van de 1930 verwachte bezoekers moesten er 1700 op het terrein worden ondergebracht. Ze hadden douches en wasbakken met warm en koud water nodig, en ook toiletten en elektriciteit. En ze moesten allemaal te eten krijgen.
De broeders kregen het voor elkaar. Ze vonden timmerlieden, elektriciens en loodgieters. Een groep van 350 Getuigen bood zich als vrijwilliger aan om bij het werk te helpen; veertien van hen bleven tien dagen lang op het terrein zelf slapen. Ze zaagden planken, sleepten met stro en zetten tenten, douchehokjes en toiletten op. Anderen gingen heel wat keren naar de stad om spullen in te kopen. Omdat er geen plaats was om voedsel koel te houden, besloten de broeders iedereen drie warme maaltijden per dag te geven, die ter plekke bereid zouden worden. De eigenaar van het terrein hielp mee door mensen in te huren die de maaltijden zouden klaarmaken. Uiteindelijk namen vijfhonderd bezoekers hun eigen tent mee, huurden er 150 iets in de buurt en maakten vijftien het zich gemakkelijk in wat hooi in een stal. De rest sliep in tenten die door de broeders waren opgezet.
Toen de bezoekers aankwamen, zagen ze een zee van kleurige plastic stoelen in nette rijen. Daarvóór stonden twee eenvoudige met bloemen versierde podiums, een voor het Russische en een voor het Tsjoevasjische programma. Iedereen genoot van het Bijbelse onderwijs en waardeerde het harde werk van de vrijwilligers. Een van de mensen die de maaltijden klaarmaakten zei enthousiast: „Als ik het niet met eigen ogen gezien had, zou ik nooit hebben geloofd dat er zo’n efficiënte en ordelijke organisatie bestond!” Sommigen vergeleken het congres met het Loofhuttenfeest dat in Bijbelse tijden door het volk Israël gevierd werd.
In andere steden hadden de Getuigen vaak maar één dag om een alternatief congresterrein te vinden en in orde te maken. Dat was het geval in Nizjni Novgorod, waar vrijwilligers op
een particulier terrein in ploegen de hele nacht doorwerkten. Ze moesten bomen en struiken weghalen, het gras maaien en het hele gebied ontdoen van teken en mieren. Toen de bezoekers op vrijdagochtend aankwamen, hadden de vrijwilligers tweeduizend plastic stoelen en tien mobiele toiletten neergezet, wasbakken met stromend water geplaatst, een podium gebouwd en een generator en een geluidssysteem geïnstalleerd. Een broeder vertelde: „Het mooiste was dat de broeders die de hele nacht hadden doorgewerkt, zich geen helden voelden. Nederig waren ze ook tijdens het congres nog voor anderen bezig. Ze zetten zich helemaal in om het hun broeders en zusters naar de zin te maken, zodat die van het onderwijs konden genieten.”Een andere broeder schrijft: „Er heerste echt een teamgeest. Hoewel de broeders voor het eerst een openluchtcongres organiseerden en er weinig tijd was, probeerden ze aan alles te denken zodat er tijdens het programma zo min mogelijk afleidingen zouden zijn. We waren achteraf niet moe. Het was alsof Jehovah ons vleugels gaf!”
Gods geest in actie
In veel opzichten hebben de problemen rond de congressen de plaatselijke Getuigen dichter tot elkaar gebracht en duidelijk gemaakt wat Gods geest kan doen. In Smolensk werden veel van de geboekte overnachtingen op de avond voor het congres geannuleerd. Een ouderling vertelt: „Toen er om één uur ’s nachts een paar bussen met congresgangers aankwamen, was er nergens plaats om hen onder te brengen. Ik begon te huilen omdat ik niks voor ze kon doen. Ik bad tot Jehovah en smeekte hem om hulp. Wat was ik blij toen we na een uur voor iedereen vervangende huisvesting hadden gevonden! Het was echt een wonder en het bewees dat Jehovah de rechtvaardigen niet in de steek laat!” Bij een ander boscongres gingen de broeders naar een dorp in de buurt om hulp te vragen bij de huisvesting, en omdat de Getuigen in dat gebied zo’n goede reputatie hadden, waren de dorpsbewoners graag bereid tweeduizend congresgangers bij hen thuis onder te brengen.
„Alleen al het feit dat het congres doorging, bewees overduidelijk hoe belangrijk het is onder alle omstandigheden op Jehovah te vertrouwen”, zegt een Getuige. Dat was vooral zo toen er ongenode ’gasten’ kwamen opdagen die het congres wilden verstoren. In Novosjachtinsk kwamen er Russisch-orthodoxe geestelijken en demonstranten die kerkliederen zongen en met microfoons leuzen schreeuwden in een poging de congresspreker te overstemmen. Maar de politie voorkwam dat het programma onderbroken moest worden. Toen een van de demonstranten, een orthodoxe vrouw, flauwviel door de hitte, brachten de broeders haar naar de afdeling EHBO, waar ze medische hulp kreeg. Ze was totaal overrompeld.
Onder de indruk van wat ze zagen
Vanwege het toenemende terrorisme trekken grote bijeenkomsten in Rusland vaak de aandacht van zowel politiefunctionarissen als
nieuwsgierige buurtbewoners. Een boscongres in Volzjski bijvoorbeeld werd in de gaten gehouden door vertegenwoordigers van een anti-extremistische politie-eenheid. Een van hen verloor tijdens het programma zijn mobieltje, en de broeders hielpen hem het terug te vinden bij de afdeling Gevonden voorwerpen. Kort daarna werd hij gebeld door zijn chef, die wilde weten of er op het congres tot geweld of extremisme werd aangezet. De man antwoordde: „Alles gaat goed. Er zijn vijfduizend mensen, maar geen ongeregeldheden. Hoezo extremisme? Het geeft je iets om over na te denken. Ik heb mijn telefoon verloren, en zij hebben hem gevonden en teruggegeven!”Een beveiligingsbeambte was ervan onder de indruk hoe schoon het terrein was, en hij stond verbaasd dat er met zoveel kinderen nog geen snoeppapiertje op de grond lag. De eigenaar van een ander terrein waar een congres werd gehouden, kwam daar de politie tegen, die erop geattendeerd was dat er een grote religieuze bijeenkomst gehouden werd. Hij nam de politie-inspecteur mee naar een balkon op de derde verdieping van een gebouw, waar ze uitzicht hadden op het terrein, en zei: „Kijkt u maar! Hier ziet u het zelf. Wat een orde!” De eigenaar was verbaasd dat de Getuigen niet rookten of dronken en dat ze na afloop alles netjes achterlieten. Ze namen zelfs hun afval mee. Hij zei: „Het was net een paradijs!”
Eenheid onder Gods volk
Na een van de boscongressen voelde het hoofd van een nabijgelegen dorp zich ertoe bewogen te zeggen: „Ik weet dat jullie bescheiden mensen zijn, maar jullie kunnen wel iets voor elkaar krijgen. Wij zijn allemaal erg op onszelf, terwijl jullie in staat zijn mensen te verenigen!” Van Kaliningrad tot aan Kamtsjatka zijn de inwoners van dit enorme land steeds weer onder de indruk van de eenheid die ze op grote vergaderingen van Gods volk zien. Hoe snel en onverwachts de plannen ook omgegooid moeten worden, één ding verandert nooit: de respectvolle houding van de Getuigen tegenover de overheid en hun medemens.
Wat hun omstandigheden ook zijn, Jehovah’s Getuigen in Rusland blijven vreugdevol samenkomen voor Bijbels onderwijs. Ze bidden „betreffende koningen en allen die een hoge positie bekleden, opdat [ze] een kalm en rustig leven mogen blijven leiden met volledige godvruchtige toewijding en ernst” (1 Timotheüs 2:2).
[Inzet op blz. 27]
Een vrijwilliger die hielp bij de opbouw van een openluchtcongres
[Inzet op blz. 29]
Jehovah’s Getuigen in Rusland blijven ’een kalm en rustig leven leiden met volledige godvruchtige toewijding’
[Illustraties op blz. 28]
Vrijwilligers maakten vóór het congres het terrein schoon en kookten voor duizenden congresgangers
[Illustraties op blz. 29]
Iedereen genoot van het Bijbelse onderwijs en waardeerde het harde werk van de vrijwilligers