Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bewaar een zelfopofferende instelling

Bewaar een zelfopofferende instelling

„Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen.” — MATTH. 16:24.

1. Welk volmaakte voorbeeld van zelfopoffering gaf Jezus?

TOEN Jezus op aarde was, gaf hij een volmaakt voorbeeld van zelfopoffering. Hij vond het doen van Gods wil belangrijker dan zijn eigen verlangens en comfort (Joh. 5:30). Door trouw te blijven tot aan de dood aan een martelpaal, bewees hij dat zijn geest van zelfopoffering geen grenzen kende (Fil. 2:8).

2. Wat wil het zeggen een zelfopofferende instelling te hebben, en waarom is zo’n instelling belangrijk?

2 Als volgelingen van Jezus moeten ook wij laten zien dat we een zelfopofferende instelling hebben. Wat wil dat zeggen? Eenvoudig gezegd betekent het dat je bereid bent je eigen belangen op te geven om anderen te helpen. In zekere zin is dit het tegenovergestelde van zelfzucht of egoïsme. (Lees Mattheüs 16:24.) Een onzelfzuchtige instelling kan ons helpen de gevoelens en persoonlijke voorkeuren van anderen boven die van onszelf te plaatsen (Fil. 2:3, 4). Jezus onderwees dat een onzelfzuchtige geest zelfs de basis is voor onze aanbidding. Hoe dat zo? Christelijke liefde motiveert ons om zelfopofferend te zijn. Die liefde is het kenmerk van ware volgelingen van Jezus (Joh. 13:34, 35). En denk eens aan de zegeningen die we ervaren doordat we een deel zijn van de wereldwijde broederschap die een zelfopofferende geest heeft!

3. Wat kan onze geest van zelfopoffering ondermijnen?

3 Maar we hebben te maken met een vijand die ongemerkt  onze zelfopofferende geest kan ondermijnen. Die vijand is onze neiging om egoïstisch te zijn. Denk maar eens aan het egoïsme van Adam en Eva. Eva had het egoïstische verlangen om als God te zijn. En Adam had in feite ook een egoïstisch verlangen, want hij behaagde liever zijn vrouw dan God (Gen. 3:5, 6). Nadat Adam en Eva zich van de ware aanbidding afgekeerd hadden, ging de Duivel door met zijn pogingen mensen tot egoïsme te verleiden. Hij probeerde dat zelfs bij Jezus (Matth. 4:1-9). In deze tijd heeft Satan de meeste mensen misleid en ze op allerlei manieren aangezet tot egoïsme. Dat moeten we goed in gedachte houden, want die houding zou ons kunnen beïnvloeden (Ef. 2:2).

4. (a) Kunnen we onze egoïstische neigingen nu al volledig bedwingen? Leg dit uit. (b) Welke vragen gaan we bespreken?

4 Egoïsme kan vergeleken worden met roest. Als een ijzeren voorwerp aan de elementen blootgesteld wordt, kan er roest ontstaan. Het echte gevaar schuilt in het negeren van de roest, zodat die zich kan uitbreiden en uiteindelijk blijvende schade kan aanrichten. Zo is het ook met egoïsme: hoewel we onze onvolmaaktheid en egoïstische neigingen nog niet volledig zullen kunnen uitbannen, moeten we tegen zulke neigingen blijven vechten en alert zijn op de gevaren (1 Kor. 9:26, 27). Hoe kunnen we bij onszelf tekenen van egoïsme herkennen? En hoe kunnen we onze geest van zelfopoffering verder ontwikkelen?

GEBRUIK DE BIJBEL OM EGOÏSME BIJ JEZELF TE HERKENNEN

5. (a) Hoe is de Bijbel als een spiegel? (Zie beginplaatje.) (b) Wat moeten we vermijden als we onszelf onderzoeken op egoïsme?

5 Net zoals we een spiegel kunnen gebruiken om ons uiterlijk te bekijken, kunnen we de Bijbel gebruiken om naar ons innerlijk te kijken en eventuele gebreken te corrigeren. (Lees Jakobus 1:22-25.) Maar een spiegel heeft alleen nut als we er een goed gebruik van maken. Als we bijvoorbeeld vluchtig in een spiegel kijken, kan het zijn dat we een kleine, maar duidelijke onvolkomenheid niet opmerken. Of als we in een spiegel kijken en er niet recht voor staan, zien we misschien het beeld van iemand anders. Hetzelfde geldt voor de Bijbel. Als we de Bijbel gebruiken om een gebrek als egoïsme te herkennen, moeten we meer doen dan er af en toe in lezen of er gebruik van maken om de fouten van een ander te zien.

6. Hoe kunnen we bij de volmaakte wet blijven?

6 Het kan zijn dat we Gods Woord regelmatig of zelfs dagelijks lezen, maar toch niet zien dat we egoïstische trekjes ontwikkelen. Hoe zou dat kunnen gebeuren? Denk hier eens over na: In de illustratie van de spiegel was het probleem niet dat de man niet goed keek. Jakobus schreef: „Hij bekijkt zich.” Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, duidt op ergens nauwkeurig of kritisch naar kijken. Wat was dus het probleem? Jakobus zei verder: „Hij (...) gaat dan weg en vergeet prompt wat voor een mens hij is.” Hij draait zich dus om, zonder iets te doen met wat hij heeft gezien. Maar de succesvolle man „tuurt in de volmaakte wet”, en we lezen ook dat hij „daarbij blijft”. In plaats van de volmaakte wet van Gods Woord te vergeten, houdt hij zich eraan. Jezus maakte iets soortgelijks duidelijk toen hij zei: „Indien gij in mijn woord blijft, zijt gij werkelijk mijn discipelen” (Joh. 8:31).

7. Hoe kunnen we de Bijbel gebruiken om sporen van egoïsme bij onszelf te herkennen?

7 Om tegen sporen van egoïsme te vechten, moet je daarom eerst Gods Woord nauwkeurig lezen. Dat kan je helpen in te zien waar je aan moet werken. Maar dan ben je er nog niet. Graaf dieper door nazoekwerk te doen. Als je een Bijbelverslag  eenmaal duidelijk voor ogen hebt, verplaats je dan in die situatie door jezelf vragen te stellen als: ’Wat zou ik gedaan hebben? Zou ik het goede gedaan hebben?’ En nog belangrijker: mediteer erover en doe je best om er iets mee te doen (Matth. 7:24, 25). Laten we eens kijken hoe de verslagen over koning Saul en over Petrus ons kunnen helpen een zelfopofferende instelling te bewaren.

HET WAARSCHUWENDE VOORBEELD VAN SAUL

8. Welke houding had Saul toen hij koning werd, en waar bleek dat uit?

8 Het voorbeeld van koning Saul van Israël toont aan dat egoïsme een zelfopofferende instelling kan ondermijnen. Toen hij koning werd, had hij een bescheiden en nederige kijk op zichzelf (1 Sam. 9:21). Hij zag ervan af de Israëlieten te straffen die zijn koningschap niet aanvaardden, hoewel hij had kunnen denken dat hij het recht had om de positie die hij van God had gekregen, te verdedigen (1 Sam. 10:27). Hij liet zich leiden door Gods geest toen hij Israël aanvoerde en de Ammonieten versloeg. Daarna gaf hij nederig Jehovah de eer voor de overwinning (1 Sam. 11:6, 11-13).

9. Waaruit blijkt dat Saul egoïstisch was geworden?

9 Later liet Saul toe dat zijn hart werd aangetast door egoïsme en trots, net zoals roest ijzer aantast. Toen hij de Amalekieten had verslagen in de strijd, vond hij zijn eigen verlangens belangrijker dan gehoorzaamheid aan Jehovah. Hebzuchtig besloot hij de buit te houden, in plaats van die te vernietigen zoals Jehovah had opgedragen. En hij bouwde arrogant een monument voor zichzelf (1 Sam. 15:3, 9, 12). Toen de profeet Samuël hem vertelde dat Jehovah ontstemd was, probeerde Saul zichzelf te rechtvaardigen door de aandacht te vestigen op het deel van Jehovah’s gebod dat hij wel had opgevolgd en door anderen de schuld te geven van zijn fout (1 Sam. 15:16-21). Door zijn trots was hij meer bezig met zijn reputatie bij het volk dan met zijn vriendschap met God (1 Sam. 15:30). Hoe kunnen we het verslag over Saul als een spiegel gebruiken om een zelfopofferende instelling te bewaren?

10, 11. (a) Wat leert Sauls voorbeeld ons over het bewaren van een zelfopofferende instelling? (b) Hoe kunnen we het vermijden Sauls slechte voorbeeld te volgen?

10 Ten eerste laat Sauls ervaring zien dat we niet te veel op onszelf moeten vertrouwen. We kunnen er niet van uitgaan dat we automatisch een zelfopofferende instelling zullen bewaren omdat we dat in het verleden hebben gedaan (1 Tim. 4:10). Houd in gedachte dat Saul een tijdje het goede deed en Gods goedkeuring had, maar dat hij niets deed tegen de egoïstische neigingen die bij hem naar boven kwamen. Vanwege zijn ongehoorzaamheid werd hij uiteindelijk door Jehovah verworpen.

11 Ten tweede moeten we oppassen dat we ons niet alleen focussen op terreinen in ons leven waarop het goed met ons gaat terwijl we de aspecten negeren waar we aan moeten werken. Dat zou zijn alsof je een spiegel gebruikt om je nieuwe kleren te bewonderen terwijl je niet opmerkt dat er een veeg op je gezicht zit. Waarschijnlijk worden we niet zo zelfingenomen als Saul. Toch moeten we echt ons best doen elke neiging om zijn slechte voorbeeld te volgen, de kop in te drukken. Laten we als we raad krijgen niet onze daden rechtvaardigen, het probleem afzwakken of de schuld afschuiven. Het is veel beter om open te staan voor raad. (Lees Psalm 141:5.)

12. Hoe kan een zelfopofferende instelling ons helpen als we een ernstige zonde zouden begaan?

12 Maar wat moeten we doen als we een  ernstige zonde zouden begaan? Saul wilde zijn reputatie redden, en dat stond zijn geestelijke herstel in de weg. Maar een zelfopofferende instelling zou ons kunnen helpen gevoelens van schaamte te overwinnen en hulp te zoeken (Spr. 28:13; Jak. 5:14-16). Zo was er een broeder die op zijn twaalfde geregeld naar porno begon te kijken en daar meer dan tien jaar lang in het geheim mee doorging. Hij vertelt: „Het was heel moeilijk om aan mijn vrouw en aan de ouderlingen te vertellen wat ik had gedaan. Maar nu ik het heb gezegd, voel ik dat er een enorme last van mijn schouders is gevallen. Sommige vrienden van me waren teleurgesteld dat ik ontheven werd als dienaar, alsof ik ze in de steek had gelaten. Toch weet ik dat Jehovah nu blijer is met mijn dienst dan toen ik naar porno keek, en zijn kijk is het belangrijkst.”

PETRUS OVERWON EGOÏSME

13, 14. Waaruit bleek dat Petrus egoïstische neigingen had?

13 Petrus liet zien dat hij een zelfopofferende instelling had toen hij opgeleid werd door Jezus (Luk. 5:3-11). Toch moest hij tegen egoïstische neigingen vechten. Hij was bijvoorbeeld verontwaardigd toen Jakobus en Johannes prominente plaatsen naast Jezus in Gods Koninkrijk probeerden te krijgen. Misschien dacht Petrus dat een van die plaatsen voor hem bestemd zou zijn omdat Jezus had gezegd dat er voor hem een speciale rol was weggelegd (Matth. 16:18, 19). Hoe dan ook, Jezus waarschuwde Jakobus en Johannes en ook Petrus en de andere apostelen tegen egoïstische pogingen om over hun broeders te „heersen” (Mark. 10:35-45).

14 Zelfs nadat Jezus had geprobeerd Petrus’ denkwijze te corrigeren, bleef Petrus worstelen met de manier waarop hij zichzelf bezag. Toen Jezus de apostelen vertelde dat ze hem tijdelijk in de steek zouden laten, verhief Petrus zich boven de anderen door te beweren dat hij als enige trouw zou blijven (Matth. 26:31-33). Maar zijn zelfvertrouwen was ongegrond, want nog diezelfde nacht slaagde hij er niet in om zelfopofferend te zijn. In een poging zichzelf te beschermen, verloochende hij Jezus drie keer (Matth. 26:69-75).

15. Waarom is Petrus’ voorbeeld aanmoedigend voor ons?

 15 Petrus is ondanks zijn fouten en worstelingen een aanmoedigend voorbeeld voor ons. Dankzij zijn inzet en de hulp van Gods heilige geest kon hij zijn verkeerde neigingen overwinnen en zelfbeheersing en zelfopofferende liefde tonen (Gal. 5:22, 23). Hij verduurde veel beproevingen die hem eerder misschien tot struikelen zouden hebben gebracht. Toen Paulus hem in het openbaar terechtwees, liet Petrus door zijn reactie zien dat hij nederig was (Gal. 2:11-14). En daarna raakte hij niet verbitterd in de mening dat zijn positie erdoor was aangetast. Hij bleef over Paulus spreken als zijn „geliefde broeder” (2 Petr. 3:15). Petrus’ voorbeeld kan ons helpen om een geest van zelfopoffering te ontwikkelen.

Hoe reageerde Petrus toen hij gecorrigeerd werd? Zou jij ook zo reageren? (Zie alinea 15)

16. Hoe kunnen we in moeilijke omstandigheden laten zien dat we zelfopofferend zijn?

16 Denk er eens over na hoe je reageert in moeilijke omstandigheden. Toen Petrus en de apostelen in de gevangenis zaten en gegeseld werden omdat ze hadden gepredikt, waren ze „verheugd dat zij waardig gerekend waren ten behoeve van zijn [Jezus’] naam oneer te lijden” (Hand. 5:41). Ook jij kunt vervolging zien als een gelegenheid om Petrus na te volgen en in Jezus’ voetstappen te treden door zelfopofferend te zijn. (Lees 1 Petrus 2:20, 21.) Die instelling kan je zelfs helpen als je een terechtwijzing krijgt van de ouderlingen. Volg Petrus’ voorbeeld en wees niet beledigd (Pred. 7:9).

17, 18. (a) Wat kunnen we onszelf afvragen over onze geestelijke doelen? (b) Wat kunnen we doen als we een egoïstische neiging in ons hart bespeuren?

17 Het voorbeeld van Petrus kan je ook helpen als het gaat om geestelijke doelen. Zulke doelen kun je op een zelfopofferende manier nastreven. Maar pas op dat je die doelen niet nastreeft om meer aanzien te krijgen. Vraag je dus af: wil ik mijn dienst voor Jehovah verbeteren of uitbreiden omdat ik meer persoonlijke erkenning of gezag wil hebben, net zoals Jakobus en Johannes toen ze hun verzoek deden aan Jezus?

18 Als je een egoïstische neiging in je hart bespeurt, vraag Jehovah dan om je denkwijze en gevoelens te corrigeren en doe vervolgens nog meer je best om zijn heerlijkheid te zoeken in plaats van die van jezelf (Ps. 86:11). Ook kun je je doelen stellen die niet de aandacht op jezelf vestigen. Je zou bijvoorbeeld kunnen werken aan aspecten van de vrucht van de geest waar je moeite mee hebt. Of als je ijverig je aandelen voorbereidt voor de vergaderingen maar het niet leuk vindt om de Koninkrijkszaal schoon te maken, kun je jezelf ten doel stellen de raad in Romeinen 12:16 toe te passen. (Lees.)

19. Hoe kunnen we voorkomen dat we ontmoedigd raken door iets wat we in de spiegel van Gods Woord zien?

19 Wanneer we onszelf nauwkeurig in de spiegel van Gods Woord bekijken en gebreken ontdekken zoals egoïstische neigingen, kunnen we ontmoedigd raken. Als dat ooit gebeurt, denk dan aan de succesvolle man in Jakobus’ illustratie. Jakobus vermeldde niet hoe snel de man de problemen die hij had opgemerkt oploste en ook niet of hij wel in staat was alle gebreken te corrigeren. In plaats daarvan zei Jakobus dat de man bij de volmaakte wet bleef (Jak. 1:25). Hij herinnerde zich wat hij in de spiegel had gezien en bleef aan verbetering werken. Houd dus niet alleen een positieve kijk op jezelf maar ook een evenwichtige kijk op je onvolmaaktheden. (Lees Prediker 7:20.) Blijf in de volmaakte wet turen en blijf werken aan een zelfopofferende instelling. Jehovah wil je graag helpen, net zoals hij al heel veel van je broeders en zusters heeft geholpen die ondanks hun onvolmaaktheid zijn goedkeuring en zegen ontvangen.