Help hen zo snel mogelijk terug te komen!
Help hen zo snel mogelijk terug te komen!
„Tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven.” — JOHANNES 6:68.
1. Wat zei Petrus toen veel discipelen Jezus in de steek lieten?
OP EEN keer lieten veel discipelen Jezus Christus in de steek omdat ze een van zijn leringen afwezen. „Wilt ook gij niet heengaan?”, vroeg hij aan zijn apostelen. Petrus antwoordde: „Heer, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven” (Joh. 6:51-69). Ze konden nergens anders heen. Het judaïsme in die tijd had geen „woorden van eeuwig leven”, en ook in onze tijd zijn in Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, zulke woorden beslist niet te vinden. Voor iedereen die van Gods kudde is afgedwaald maar Hem wil behagen, ’is het hoog tijd om te ontwaken’ en naar de schaapskooi terug te keren. — Rom. 13:11, Het Nieuwe Testament, bewerkt door H. Bakels.
2. Wat moeten we in gedachte houden in verband met vertrouwelijke of rechterlijke kwesties?
2 Jehovah toonde bezorgdheid voor de verloren schapen van Israël. (Lees Ezechiël 34:15, 16.) Zo hebben ook christelijke ouderlingen de wens en de plicht om een schaap dat van de kudde is afgedwaald, te helpen. Als ze een verkondiger hebben gevraagd met een inactieve die hulp wil hebben te studeren, wat moet er dan worden gedaan als de verkondiger te weten komt dat die persoon een ernstige zonde heeft begaan? In plaats van raad te geven in een rechterlijke of vertrouwelijke kwestie, moet de verkondiger hem aanmoedigen met de ouderlingen te praten. Als hij dat niet doet, moet de verkondiger zelf de ouderlingen inlichten. — Lev. 5:1; Gal. 6:1.
3. Hoe reageerde de man met honderd schapen toen hij een verloren schaap terugvond?
3 In het vorige artikel werd verwezen naar Jezus’ illustratie over een man die honderd schapen had. Toen er één uit de schaapskooi ontbrak, liet hij de negenennegentig achter en ging het verloren schaap zoeken. Wat was die man blij toen hij het vond! (Luk. 15:4-7) Wij zijn net zo blij wanneer een schaap van God dat uit de kudde ontbrak, terugkeert. Aangezet door liefde hebben de ouderlingen en andere gemeenteleden de inactieve waarschijnlijk bezocht. Ook zij willen graag dat die persoon naar de schaapskooi terugkeert en Gods steun, bescherming en zegen ondervindt (Deut. 33:27; Ps. 91:14; Spr. 10:22). Als ze de gelegenheid krijgen hierbij behulpzaam te zijn, wat kunnen ze dan doen?
4. Wat valt er uit Galaten 6:2, 5 op te maken?
4 Misschien kunnen ze de inactieve aanmoedigen naar de gemeente terug te keren door hem vriendelijk onder de aandacht te brengen dat Jehovah van zijn schapen houdt en dat hij alleen van ons vraagt wat we kunnen. Jehovah vraagt onder andere van ons dat we de Bijbel bestuderen, de vergaderingen bezoeken en het goede nieuws van het Koninkrijk prediken. Het kan passend zijn Galaten 6:2, 5 te lezen en te zeggen dat christenen elkaars lasten kunnen dragen maar dat ieder „zijn eigen vracht” van geestelijke verantwoordelijkheid moet dragen. Trouw zijn aan God is iets dat we zelf moeten doen.
Hebben „zorgen des levens” hun tol geëist?
5, 6. (a) Waarom is het belangrijk goed te luisteren als inactieven zich uiten? (b) Hoe kun je inactieven wellicht helpen inzien dat het nadelig voor hen is dat ze niet meer met Gods volk omgaan?
5 Om te weten te komen hoe inactieve geloofsgenoten geholpen kunnen worden, moeten ouderlingen en andere rijpe verkondigers goed luisteren als die personen hun gevoelens uiten. Stel dat je een ouderling bent die een echtpaar bezoekt dat geen omgang met de gemeente meer heeft omdat de „zorgen des levens” hun tol hebben geëist (Luk. 21:34). Financiële problemen of toegenomen gezinsverantwoordelijkheden kunnen er de oorzaak van zijn dat ze geleidelijk inactief zijn geworden. Ze denken misschien dat ze rust nodig hebben, maar je zou erop kunnen wijzen dat afzondering niet de oplossing is. (Lees Spreuken 18:1.) Je zou hun tactvol kunnen vragen: „Zijn jullie gelukkiger nu jullie de vergaderingen niet meer bezoeken? Is jullie gezinsleven verbeterd? Hebben jullie nog steeds de vreugde die het gevolg is van vertrouwen in Jehovah?” — Neh. 8:10.
6 Door over zulke vragen na te denken, kunnen de inactieven gaan inzien dat ze minder geestelijk gezind en minder gelukkig zijn geworden doordat ze geen omgang met de gemeente meer hebben (Matth. 5:3; Hebr. 10:24, 25). Misschien kun je hen helpen beseffen dat ze minder vreugde hebben doordat ze het goede nieuws niet meer prediken (Matth. 28:19, 20). Wat moeten ze dus doen?
7. Waartoe kunnen we degenen die van de kudde zijn afgedwaald aanmoedigen?
7 Jezus zei: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens . . . Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden” (Luk. 21:34-36). Degenen die van de kudde zijn afgedwaald maar weer zo gelukkig willen worden als ze eens waren, kunnen worden aangemoedigd om heilige geest en om Gods hulp te bidden en in overeenstemming met hun gebeden te handelen. — Luk. 11:13.
Zijn ze tot struikelen gebracht?
8, 9. Hoe zou een ouderling kunnen redeneren met iemand die tot struikelen is gebracht?
8 Omdat mensen onvolmaakt zijn, doen zich soms persoonlijkheidsconflicten voor, en daardoor kan iemand tot struikelen worden gebracht. Sommigen zijn gestruikeld toen een gerespecteerd lid van de gemeente in strijd met de Bijbel handelde. Als dat het probleem is van een inactieve, zou de ouderling die hem bezoekt erop kunnen wijzen dat Jehovah niemand tot struikelen brengt. Dus waarom zou iemand zijn band met God en Zijn volk verbreken? We moeten God blijven dienen, in de overtuiging dat „de Rechter van de gehele aarde” weet wat er is gebeurd en de kwestie op de juiste manier zal aanpakken (Gen. 18:25; Kol. 3:23-25). Als iemand letterlijk struikelt en valt, blijft hij toch ook niet gewoon liggen? Hij zal proberen overeind te komen.
9 Om geestelijke hulp te bieden, zou de ouderling kunnen zeggen dat sommigen met het verstrijken van de tijd merken dat datgene waardoor ze tot struikelen zijn gebracht, niet meer zo belangrijk lijkt. Misschien bestaat het struikelblok zelfs helemaal niet meer. Als de inactieve is gestruikeld doordat hij streng onderricht heeft gekregen, zou hij door gebedsvolle meditatie tot de conclusie kunnen komen dat Ps. 119:165; Hebr. 12:5-13.
hijzelf op zijn minst voor een deel schuld had en zich niet door het strenge onderricht tot struikelen had mogen laten brengen. —Was het een probleem met een bepaalde lering?
10, 11. Welke manier van redeneren kan doeltreffend zijn om iemand te helpen die een andere zienswijze over een bepaalde Bijbelse lering had?
10 Sommigen hebben Gods kudde misschien verlaten omdat ze het met een Bijbelse lering niet eens waren. De Israëlieten die uit slavernij in Egypte waren bevrijd ’vergaten de werken’ die God voor hen had gedaan en „zij wachtten niet op zijn raad” (Ps. 106:13). Het kan goed zijn een inactieve eraan te herinneren dat „de getrouwe en beleidvolle slaaf” uitstekend geestelijk voedsel uitdeelt (Matth. 24:45). Zo heeft hij oorspronkelijk de waarheid leren kennen. Dus waarom zou hij niet het vaste besluit nemen weer in de waarheid te gaan wandelen? — 2 Joh. 4.
11 Als een ouderling iemand die van Gods kudde is afgedwaald probeert te helpen, zou hij kunnen verwijzen naar de discipelen die Jezus in de steek lieten omdat ze een van zijn leringen afwezen (Joh. 6:53, 66). Door hun band met Christus en zijn getrouwe volgelingen te verbreken, verloren ze hun geestelijke gezindheid en hun vreugde. Hebben degenen die hun omgang met de christelijke gemeente hebben gestaakt, een andere plaats gevonden waar voedzaam geestelijk voedsel is? Nee, want die is er niet!
Was er onjuist gedrag bij betrokken?
12, 13. Als iemand die van de kudde is afgedwaald, bekent dat hij een ernstige zonde heeft begaan, hoe kan hij dan geholpen worden?
12 Sommigen stoppen met prediken en het bezoeken van vergaderingen omdat ze een ernstige zonde hebben begaan. Misschien denken ze dat ze uitgesloten zullen worden als ze dit aan de ouderlingen vertellen. Maar ze zullen niet uit de gemeente verwijderd worden als ze zijn gestopt met het onjuiste gedrag en oprecht berouw hebben (2 Kor. 7:10, 11). Ze zullen verwelkomd worden, en de ouderlingen zullen hun de geestelijke hulp geven die ze nodig hebben.
13 Als je een rijpe verkondiger bent aan wie gevraagd is een inactieve te helpen, wat moet je dan doen als hij je vertelt dat hij een ernstige zonde heeft begaan? Zoals eerder opgemerkt, moet je je niet verder met de situatie inlaten maar hem de raad geven naar de ouderlingen te gaan. Als hij dat niet wil, zul jij je bezorgdheid voor Jehovah’s naam en het geestelijke welzijn van de gemeente tonen door Gods richtlijnen voor zulke kwesties op te volgen. (Lees Leviticus 5:1.) De ouderlingen weten hoe ze hulp moeten bieden aan iemand die de wens heeft terug te komen en naar Gods wil te leven. Er kan liefdevol streng onderricht nodig zijn (Hebr. 12:7-11). Als de persoon erkent dat hij tegen God gezondigd heeft, als hij gestopt is met het onjuiste gedrag en als hij echt berouw heeft, zullen de ouderlingen hem helpen en kan hij vergeving van Jehovah ontvangen. — Jes. 1:18; 55:7; Jak. 5:13-16.
Vreugde over de terugkeer van een zoon
14. Vertel in je eigen woorden Jezus’ illustratie over de verloren zoon.
14 Iemand aan wie gevraagd is een afgedwaald schaap te helpen, zou naar Jezus’ illustratie in Lukas 15:11-24 kunnen verwijzen. In die gelijkenis verkwist een jonge man zijn erfenis aan een losbandig leven. Uiteindelijk krijgt hij een afkeer van het liederlijke leven dat hij leidt. Hij heeft honger, hij heeft heimwee, en zijn besluit staat vast: hij gaat naar huis! Zijn vader ziet hem van verre aankomen, rent naar hem toe en valt hem om de hals, kust hem teder en is dolgelukkig. Door over deze illustratie na te denken, kan iemand die is afgedreven ertoe aangezet worden naar de schaapskooi terug te keren. Omdat dit samenstel binnenkort vernietigd zal worden, moet hij zo snel mogelijk ’thuiskomen’.
15. Waardoor drijven sommigen af van de gemeente?
15 De meesten die van de gemeente afdrijven, komen niet precies overeen met de verloren zoon. Sommigen drijven geleidelijk af, net zoals een losgeraakte boot langzaam steeds verder van de kant afdrijft. Anderen gaan zozeer onder zorgen gebukt dat ze geestelijke dingen uit het oog verliezen. Weer anderen laten zich tot struikelen brengen door een lid van de gemeente, of ze gaan weg omdat ze het met een bepaalde Bijbelse leer niet eens zijn. Enkelen raken betrokken bij onjuist gedrag. Maar met de punten die in verband met elk van deze situaties naar voren zijn gebracht, kun je degenen die de schaapskooi om deze of andere redenen hebben verlaten, helpen terug te keren voordat het te laat is.
„Welkom thuis, jongen!”
16-18. (a) Hoe heeft één ouderling een broeder geholpen die al jaren inactief was? (b) Waardoor was deze broeder inactief geworden, hoe werd hij geholpen en hoe werd hij door de gemeente ontvangen?
16 Een ouderling zegt: „Ons lichaam van ouderlingen besteedt veel aandacht aan het bezoeken van inactieven. Ik dacht aan een broeder met wie ik had gestudeerd en die ik had geholpen kennis van de waarheid te krijgen. Hij was al zo’n 25 jaar inactief en zat in een heel moeilijke situatie, dus ik legde hem uit hoe het toepassen van Bijbelse beginselen hem kon helpen. Na een tijdje begon hij naar de Koninkrijkszaal te komen en aanvaardde hij een persoonlijke Bijbelstudie om gesterkt te worden in zijn besluit naar de kudde terug te keren.”
17 Waardoor was de broeder inactief geworden? Hij geeft toe: „Ik begon wereldse zaken meer aandacht te geven dan geestelijke dingen. Toen stopte ik met studeren, prediken en het bezoeken van de vergaderingen. Voordat ik het wist, was ik geen deel meer van de gemeente. Maar de oprechte persoonlijke belangstelling van de ouderling heeft me geholpen terug te komen.” De problemen van de broeder begonnen af te nemen nadat hij een persoonlijke
Bijbelstudie had aanvaard. Hij zegt: „Ik besefte dat ik in mijn leven de liefde en leiding van Jehovah en zijn organisatie miste.”18 Hoe werd deze broeder in de gemeente ontvangen? Hij zegt: „Ik voelde me als de verloren zoon over wie Jezus Christus sprak. Een van onze oudere zusters die dertig jaar geleden ook al in de gemeente was en nog steeds actief is, zei zelfs tegen me: ’Welkom thuis, jongen!’ Dat heeft echt mijn hart geraakt. Ik was thuis. En ik wil graag mijn oprechte dank uiten voor de liefde, de hartelijkheid, het geduld en de belangstelling die die ouderling en de hele gemeente voor me hebben getoond. Hun liefde voor Jehovah en voor hun naaste heeft me echt geholpen naar de kudde terug te keren.”
Moedig hen aan om vandaag nog actie te ondernemen!
19, 20. Hoe kun je inactieven aanmoedigen om zo snel mogelijk naar de kudde terug te keren, en hoe kun je hun duidelijk maken dat God niet te veel van ons verwacht?
19 We leven in de laatste dagen, en het einde van dit samenstel staat voor de deur. Moedig inactieven daarom aan de vergaderingen te bezoeken. Dring er bij hen op aan daar onmiddellijk mee te beginnen. Wijs hen erop dat Satan hun band met God probeert te verbreken en dat hij hun wil laten denken dat ze door de ware aanbidding te verlaten, bevrijd kunnen worden van de lasten van het leven. Je kunt hun verzekeren dat ze alleen door getrouwe volgelingen van Jezus te zijn, ware verkwikking kunnen vinden. — Lees Mattheüs 11:28-30.
20 Herinner inactieven eraan dat God van ons verwacht dat we doen wat we kunnen. Toen Maria, de zus van Lazarus, werd bekritiseerd omdat ze Jezus kort voor zijn dood met dure, geparfumeerde olie zalfde, zei hij: „Laat haar begaan. . . . Zij heeft gedaan wat zij kon” (Mark. 14:6-8). Jezus prees de behoeftige weduwe die in de tempel een heel kleine bijdrage gaf. Ook zij deed wat ze kon (Luk. 21:1-4). De meesten van ons kunnen de vergaderingen bezoeken en het Koninkrijk prediken. Met Jehovah’s hulp zullen velen die nu inactief zijn, hetzelfde kunnen doen.
21, 22. Waarvan kun je degenen verzekeren die tot Jehovah terugkeren?
21 Als een inactieve bang is om zijn broeders en zusters weer te ontmoeten, kun je hem herinneren aan de vreugde die er was toen de verloren zoon thuiskwam. Zo’n zelfde vreugde is er als er iemand naar de gemeente terugkeert. Moedig hem aan om nu stappen te ondernemen om de Duivel te weerstaan en dicht tot God te naderen. — Jak. 4:7, 8.
22 Degenen die naar Jehovah terugkeren, wacht een vreugdevol welkom (Klaagl. 3:40). Ze hebben vroeger ongetwijfeld veel vreugde in Gods dienst gekend, en ze zullen opnieuw onnoemelijk veel zegeningen ervaren als ze zo snel mogelijk naar de kudde terugkeren!
Wat zou je antwoorden?
• Hoe zou je een christen helpen die tot struikelen is gebracht en inactief is geworden?
• Hoe zou je kunnen redeneren met iemand die Gods kudde heeft verlaten omdat hij anders over een bepaalde lering dacht?
• Hoe kun je iemand helpen die bang is om naar de gemeente terug te keren?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 13]
Luister goed als een inactieve zich uit
[Illustratie op blz. 15]
De illustratie van de verloren zoon kan sommigen ertoe bewegen naar de kudde terug te keren