Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Ieder zal zijn eigen vracht dragen”

„Ieder zal zijn eigen vracht dragen”

„Ieder zal zijn eigen vracht dragen”

„Ieder van ons [zal] voor zichzelf rekenschap afleggen aan God.” — Romeinen 14:12.

1. Van welke verantwoordelijkheid kweten drie jonge Hebreeën zich?

DRIE jonge Hebreeën die in Babylon wonen, staan voor een beslissing waarmee hun leven gemoeid is. Moeten ze zich neerbuigen voor een enorm beeld zoals de wet van het land voorschrijft? Of moeten ze weigeren het beeld te aanbidden, met als gevolg dat ze in een brandende oven geworpen zullen worden? Sadrach, Mesach en Abednego hebben geen tijd om iemand te raadplegen, en daar hebben ze ook geen behoefte aan. Zonder te aarzelen verklaren ze: „Het worde u bekend, o koning, dat wij úw goden niet dienen, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, zullen wij stellig niet aanbidden” (Daniël 3:1-18). De drie Hebreeën droegen hun eigen verantwoordelijkheid.

2. Wie hebben in feite Pilatus’ beslissing met betrekking tot Jezus Christus genomen, en ontlastte dat de Romeinse stadhouder van zijn aansprakelijkheid?

2 Als zo’n zes eeuwen later een stadhouder een aanklacht tegen een man heeft aangehoord en de zaak onderzoekt, raakt hij ervan overtuigd dat de beklaagde onschuldig is. Maar de menigte eist zijn terechtstelling. De stadhouder protesteert aanvankelijk nog wat, maar hij blijkt er niet veel voor te voelen zich van zijn verantwoordelijkheid te kwijten en zwicht uiteindelijk voor de druk. Hij wast zijn handen en verklaart: „Ik ben onschuldig aan het bloed van deze man.” Dan draagt hij de man aan de menigte over om aan een paal gehangen te worden. Pontius Pilatus onttrekt zich op die manier aan zijn verantwoordelijkheid om een beslissing met betrekking tot Jezus Christus te nemen en laat anderen voor zich beslissen. Maar al het water van de wereld kan zijn aansprakelijkheid voor het vellen van dat onrechtvaardige vonnis over Jezus niet wegwassen. — Mattheüs 27:11-26; Lukas 23:13-25.

3. Waarom moeten we niet anderen beslissingen voor ons laten nemen?

3 Hoe staat het met ons? Zijn wij als we voor beslissingen staan als de drie Hebreeën, of laten we anderen voor ons beslissen? Beslissingen nemen is niet makkelijk. Het vergt rijpheid om de juiste keuzes te maken. Zo moeten ouders goede beslissingen nemen voor hun minderjarige kinderen. Natuurlijk is het heel moeilijk een beslissing te nemen als de situatie gecompliceerd is en er diverse factoren in aanmerking genomen moeten worden. Maar de verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen is niet zo zwaar dat ze gerekend moet worden tot de „lasten” of „zwaar drukkende (kwellende) dingen” die personen met „geestelijke hoedanigheden” voor ons zouden moeten dragen (Galaten 6:1, 2; vtn.). Het is juist een vracht waarvoor „ieder van ons voor zichzelf rekenschap [zal] afleggen aan God” (Romeinen 14:12). „Ieder zal zijn eigen vracht dragen”, zegt de bijbel (Galaten 6:5). Maar hoe kunnen we verstandige beslissingen nemen in het leven? Allereerst moeten we onze menselijke beperkingen erkennen en leren wat er nodig is om die te compenseren.

Een sleutelvereiste

4. Welke belangrijke les over het nemen van beslissingen moet de ongehoorzaamheid van het eerste mensenpaar ons leren?

4 Vroeg in de menselijke geschiedenis nam het eerste mensenpaar een beslissing die rampzalige gevolgen had. Ze besloten van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad te eten (Genesis 2:16, 17). Waarop baseerden ze hun beslissing? „De vrouw [zag] dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken”, zegt de bijbel. „Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van aan haar man, toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten” (Genesis 3:6). Eva’s keuze was gebaseerd op een zelfzuchtig verlangen. Adam volgde haar voorbeeld, met het gevolg dat de zonde en de dood ’zich tot alle mensen hebben uitgebreid’ (Romeinen 5:12). De ongehoorzaamheid van Adam en Eva moet ons een belangrijke les leren over onze menselijke beperkingen: als we Gods leiding afwijzen, is de kans groot dat we verkeerde beslissingen nemen.

5. Welke leiding heeft Jehovah ons verschaft, en wat moeten we doen om er voordeel van te trekken?

5 Wat kunnen we blij zijn dat Jehovah God ons leiding heeft verschaft! De Schrift vertelt ons: „Uw eigen oren zullen een woord achter u horen, dat luidt: ’Dit is de weg. Wandelt daarop’, ingeval gijlieden rechts of ingeval gij links zoudt gaan” (Jesaja 30:21). Jehovah spreekt tot ons via zijn geïnspireerde Woord, de bijbel. We moeten de bijbel bestuderen en er nauwkeurige kennis van verwerven. Voor het maken van juiste keuzes hebben we ’vast voedsel nodig dat bij rijpe mensen hoort’. Ook wordt „door gebruik” ons „waarnemingsvermogen . . . geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden” (Hebreeën 5:14). We kunnen ons waarnemingsvermogen oefenen door dat wat we uit Gods Woord leren, toe te passen.

6. Wat is er nodig wil ons geweten goed functioneren?

6 Bij het nemen van beslissingen is ons overgeërfde geweten onontbeerlijk. Het geweten is in staat iets te beoordelen, en we kunnen erdoor ’beschuldigd of zelfs verontschuldigd’ worden (Romeinen 2:14, 15). Maar wil ons geweten goed functioneren, dan moet het verlicht worden door de nauwkeurige kennis van Gods Woord en gevoelig worden gemaakt doordat we dat Woord toepassen. Een geweten dat niet goed gevormd is, laat zich makkelijk beïnvloeden door plaatselijke gewoonten en gebruiken. Onze omgeving en de meningen van anderen kunnen ons ook misleiden. Wat gebeurt er met ons geweten als de signalen ervan herhaaldelijk worden genegeerd en we ons niet houden aan Gods maatstaven? Dan kan het mettertijd gaan lijken op verschroeid vlees dat bedekt is met littekenweefsel, dat als het ware „met een brandijzer toegeschroeid” is en daardoor gevoelloos en verhard is (1 Timotheüs 4:2, Statenvertaling). Een door Gods Woord gevormd geweten daarentegen is een veilige gids.

7. Wat is een sleutelvereiste voor het nemen van verstandige beslissingen?

7 Een sleutelvereiste voor het aanvaarden van de verantwoordelijkheid om verstandige beslissingen te nemen, is dus nauwkeurige bijbelkennis en het vermogen die in praktijk te brengen. In plaats van impulsief en overhaast conclusies te trekken als we voor keuzes staan, moeten we de tijd nemen om naar bijbelse beginselen te zoeken en ons denkvermogen gebruiken bij het toepassen ervan. Zelfs als er van ons verlangd wordt dat we onmiddellijk een beslissing nemen — zoals in het geval van Sadrach, Mesach en Abednego — zijn we goed toegerust als we over nauwkeurige kennis van Gods Woord beschikken en ons geweten erdoor gevormd is. Laten we nu twee terreinen van het leven bekijken om te begrijpen waarom we steeds betere beslissingen kunnen nemen als we tot rijpheid voortgaan.

Met wie gaan we om?

8, 9. (a) Uit welke beginselen blijkt dat het noodzakelijk is slechte omgang te vermijden? (b) Wordt met slechte omgang alleen rechtstreekse omgang met mensen zonder scrupules bedoeld? Leg dat uit.

8 „Wordt niet misleid”, schreef de apostel Paulus. „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:33). Jezus Christus zei tegen zijn discipelen dat ze „geen deel van de wereld” waren (Johannes 15:19). Als we die beginselen leren kennen, zien we er al snel de noodzaak van in de omgang met hoereerders, overspelers, dieven, dronkaards en dergelijken te vermijden (1 Korinthiërs 6:9, 10). Maar als we vorderen in kennis van de bijbelse waarheid, gaan we beseffen dat het net zo schadelijk is als we tijd met zulke personen doorbrengen door naar hen te kijken in films, op de tv of op computerschermen, of door over hen te lezen in boeken. Hetzelfde geldt voor de omgang in chatrooms met personen „die verbergen wat zij zijn”. — Psalm 26:4.

9 Maar wat valt er te zeggen over nauwe omgang met personen die misschien wel moreel rein zijn maar die niet geloven in de ware God? De Schrift vertelt ons: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). We gaan inzien dat slechte omgang niet beperkt is tot al te ruimdenkende of moreel ontaarde mensen. We doen er daarom verstandig aan alleen nauwe vriendschappen aan te gaan met personen die Jehovah liefhebben.

10. Wat helpt ons rijpe beslissingen te nemen ten aanzien van ons contact met de wereld?

10 Het is onmogelijk en ook niet nodig elk contact met mensen in de wereld te vermijden (Johannes 17:15). Of we nu in de velddienst, naar school of naar ons werk gaan, we komen altijd in contact met de wereld. Een christen die met een ongelovige getrouwd is, zal meer contact met de wereld hebben dan anderen. Maar omdat ons waarnemingsvermogen geoefend is, begrijpen we dat het hebben van noodzakelijk, beperkt contact met de wereld iets heel anders is dan nauwe banden met de wereld aangaan (Jakobus 4:4). We kunnen daardoor rijpe beslissingen nemen als het gaat om deelname aan buitenschoolse activiteiten, zoals sportevenementen en dansavonden, en het bijwonen van feestjes en etentjes met collega’s.

De keuze van een baan

11. Wat is de eerste overweging bij beslissingen over een baan?

11 Als we op een rijpe manier bijbelse beginselen toepassen, helpt dat ons als we moeten beslissen hoe we onze verplichting zullen nakomen om ’voor de leden van ons gezin te zorgen’ (1 Timotheüs 5:8). Eerst moeten we kijken naar de aard van het werk zelf — wat er van ons verlangd wordt. Het is absoluut verkeerd werk te kiezen waarmee iets wordt bevorderd wat in de bijbel ronduit afgekeurd wordt. Ware christenen nemen dus geen baan aan waarbij afgoderij, diefstal, misbruik van bloed of andere onschriftuurlijke praktijken betrokken kunnen zijn. We zijn evenmin bereid te liegen of te bedriegen, ook niet als een werkgever dat van ons verlangt. — Handelingen 15:29; Openbaring 21:8.

12, 13. Wat zijn naast de aard van het werk nog enkele belangrijke factoren als het erom gaat beslissingen te nemen in verband met werk?

12 En als nu met het werk op zich niet specifiek een goddelijk vereiste wordt geschonden? Naarmate we groeien in kennis van de waarheid en ons waarnemingsvermogen verbetert, gaan we andere criteria onderscheiden waarmee we rekening moeten houden. We zouden bij iets onschriftuurlijks betrokken kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer we als telefoniste bij een casino zouden gaan werken. Waar het geld vandaan komt en de lokatie van het werk spelen ook een rol. Zou bijvoorbeeld een christelijke aannemer die eigen baas is, offerte doen voor het schilderen van een kerk en op die manier bijdragen tot het bevorderen van valse religie? — 2 Korinthiërs 6:14-16.

13 Maar stel nu dat onze werkgever een keer een contract afsluit voor het opknappen van een plaats van valse aanbidding. In dat geval zouden we factoren in aanmerking moeten nemen als onze mate van zeggenschap over wat er gebeurt en de mate van onze betrokkenheid. En hoe staat het met het verlenen van legitieme diensten, zoals het bezorgen van de post, onder andere bij huizen waar verkeerde praktijken worden bevorderd? Zou daar niet het beginsel in Mattheüs 5:45 op van toepassing zijn? Wat we niet buiten beschouwing mogen laten, is welke uitwerking het op ons geweten zou kunnen hebben als we het werk dag in dag uit doen (Hebreeën 13:18). Willen we onze verantwoordelijkheid dragen en rijpe beslissingen nemen in verband met werk, dan is het beslist nodig dat we zowel ons waarnemingsvermogen als het geweten dat God ons geschonken heeft, scherpen.

„Sla in al uw wegen acht op hem”

14. Wat moeten we altijd doen als we voor beslissingen staan?

14 Wat valt er te zeggen over de beslissingen die we op andere terreinen nemen, zoals het volgen van werelds onderwijs en het al dan niet aanvaarden van een bepaalde medische behandeling? Voor welke beslissing we ook staan, we moeten vaststellen welke bijbelse beginselen erbij betrokken zijn en dan ons denkvermogen gebruiken bij de toepassing ervan. „Vertrouw op Jehovah met heel uw hart en steun niet op uw eigen verstand”, zei de wijze koning Salomo van het oude Israël. „Sla in al uw wegen acht op hem, en híȷ́ zal uw paden recht maken.” — Spreuken 3:5, 6.

15. Wat leren we van de eerste-eeuwse christenen over het nemen van beslissingen?

15 Vaak zijn de keuzes die we maken van invloed op anderen, en ook daar moeten we rekening mee houden. Veel van de voedselrestricties van de Mozaïsche wet bijvoorbeeld golden niet meer voor de eerste-eeuwse christenen. Ze konden ervoor kiezen bepaalde voedselsoorten te eten die onder de Wet als onrein waren beschouwd maar die in andere opzichten niet verwerpelijk waren. Toch schreef de apostel Paulus over dierlijk vlees dat iets met een afgodentempel te maken zou kunnen hebben: „Indien . . . voedsel mijn broeder tot struikelen brengt, zal ik nooit en te nimmer meer vlees eten, om mijn broeder niet tot struikelen te brengen” (1 Korinthiërs 8:11-13). De eerste christenen werden aangemoedigd rekening te houden met het geweten van anderen om hen niet tot struikelen te brengen. Onze beslissingen mogen „geen aanleiding tot struikelen” geven. — 1 Korinthiërs 10:29, 32.

Zoek Gods wijsheid

16. Hoe is het gebed een hulp voor ons bij het nemen van beslissingen?

16 Een onschatbare hulp bij het nemen van beslissingen is het gebed. „Schiet iemand van u . . . te kort in wijsheid,” zegt de discipel Jakobus, „dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt; en ze zal hem gegeven worden” (Jakobus 1:5). We kunnen ons vol vertrouwen in gebed tot Jehovah wenden en om de nodige wijsheid vragen om juiste beslissingen te nemen. Als we de ware God deelgenoot maken van onze zorgen en zijn leiding zoeken, kan de heilige geest ons helpen de schriftplaatsen die we beschouwen beter te begrijpen en ons teksten te binnen brengen waaraan we misschien zelf niet gedacht hebben.

17. Hoe kunnen anderen ons helpen bij het nemen van beslissingen?

17 Kunnen anderen ons helpen bij het nemen van beslissingen? Ja, Jehovah heeft voor rijpe personen in de gemeente gezorgd (Efeziërs 4:11, 12). Die kunnen geraadpleegd worden, vooral als de beslissing heel belangrijk is. Personen die een diep geestelijk inzicht en veel levenservaring hebben, kunnen aanvullende bijbelse beginselen onder onze aandacht brengen die misschien van invloed zijn op onze beslissing en kunnen ons helpen ons „van de belangrijker dingen [te] vergewissen” (Filippenzen 1:9, 10). Een waarschuwend woord is echter op zijn plaats: we moeten oppassen dat we niet anderen voor ons laten beslissen. Dat is onze eigen verantwoordelijkheid.

Is het resultaat altijd goed?

18. Wat valt er over het resultaat van een goede beslissing te zeggen?

18 Zullen gewetensvol genomen beslissingen die deugdelijk op bijbelse beginselen gebaseerd zijn altijd een gunstig resultaat hebben? Op de lange duur zeker. Maar soms kan het effect op korte termijn ongunstig zijn. Sadrach, Mesach en Abednego wisten dat hun beslissing om het kolossale beeld niet te aanbidden, hun dood tot gevolg zou kunnen hebben (Daniël 3:16-19). En toen de apostelen tegen het joodse Sanhedrin hadden gezegd dat ze God meer moesten gehoorzamen dan mensen, werden ze gegeseld voordat ze vrijgelaten werden (Handelingen 5:27-29, 40). Bovendien kunnen „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” het resultaat van elke beslissing nadelig beïnvloeden (Prediker 9:11). Als we ondanks het feit dat we een juiste beslissing hebben genomen moeilijkheden ondervinden, kunnen we erop vertrouwen dat Jehovah ons zal helpen te volharden en dat hij ons uiteindelijk zal zegenen. — 2 Korinthiërs 4:7.

19. Hoe kunnen we moedig onze eigen verantwoordelijkheid dragen bij het nemen van beslissingen?

19 Bij het nemen van beslissingen moeten we dus nagaan welke schriftuurlijke beginselen erbij betrokken zijn en ons denkvermogen gebruiken om die toe te passen. Wat kunnen we dankbaar zijn voor de hulp die Jehovah heeft verschaft in de vorm van zijn heilige geest en de rijpe personen in de gemeente! Laten we met die leiding en voorzieningen moedig onze eigen verantwoordelijkheid dragen bij het nemen van verstandige beslissingen.

Wat hebben we geleerd?

• Wat is een sleutelvereiste om goede beslissingen te kunnen nemen?

• Welke invloed heeft het op onze keuze met wie we omgaan als we voortgaan tot rijpheid?

• Welke belangrijke factoren spelen mee bij beslissingen in verband met werk?

• Welke hulp is beschikbaar als we beslissingen moeten nemen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 22]

De ongehoorzaamheid van Adam en Eva leert ons een heel belangrijke les

[Illustratie op blz. 24]

Stel vóór het nemen van een belangrijke beslissing vast, welke bijbelse beginselen erbij betrokken zijn