Laat Jehovah ons vertrouwen zijn
Laat Jehovah ons vertrouwen zijn
„Gij zijt mijn hoop, o Soevereine Heer Jehovah, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd.” — PSALM 71:5.
1. Voor welke uitdaging stond de herdersjongen David?
DE MAN was bijna drie meter lang. Geen wonder dat alle soldaten van de gevechtslinies van Israël bang waren om de strijd met hem aan te gaan! Weken achtereen, elke ochtend en elke avond, hoonde de Filistijnse reus Goliath het leger van Israël en daagde hen uit een kampvechter te sturen om tegen hem te strijden. Uiteindelijk werd de uitdaging aangenomen, niet door een soldaat, maar door iemand die nog maar een knaap was. De herdersjongen David verzonk in het niet vergeleken bij Goliath. Misschien woog hij zelfs nog minder dan Goliaths wapenrusting en wapens! Toch ging de jongen de strijd met de reus aan en werd een blijvend symbool van moed. — 1 Samuël 17:1-51.
2, 3. (a) Waarom kon David zo vol vertrouwen de strijd met Goliath aangaan? (b) Welke twee stappen om Jehovah ons vertrouwen te laten zijn, zullen we bespreken?
2 Hoe kwam David aan die moed? Denk eens aan de woorden die David kennelijk in zijn latere jaren schreef: „Gij zijt mijn hoop, o Soevereine Heer Jehovah, mijn vertrouwen vanaf mijn jeugd” (Psalm 71:5). Ja, in zijn jeugd had David onvoorwaardelijk op Jehovah vertrouwd. Hij was de strijd met Goliath aangegaan met de woorden: „Gij komt tot mij met een zwaard en met een speer en met een werpspies, maar ik kom tot u met de naam van Jehovah der legerscharen, de God van de gevechtslinies van Israël, die gij gehoond hebt” (1 Samuël 17:45). Terwijl Goliath op zijn enorme kracht en zijn wapenrusting vertrouwde, stelde David zijn vertrouwen op Jehovah. Waarom zou David, met de Soevereine Heer van het universum aan zijn kant, bang zijn voor een gewoon mens, hoe groot en goedbewapend die ook was?
3 Als we over David lezen, merken we dan dat we zouden willen dat ons eigen vertrouwen in Jehovah sterker was? Waarschijnlijk geldt dat voor velen van ons. Laten we dus eens twee stappen onderzoeken die we kunnen doen om Jehovah ons vertrouwen te laten zijn. Ten eerste moeten we een veel voorkomende belemmering voor dat vertrouwen de baas worden en blijven. Ten tweede moeten we leren wat het precies inhoudt op Jehovah te vertrouwen.
Een veel voorkomende hinderpaal voor vertrouwen in Jehovah overwinnen
4, 5. Waarom vinden veel mensen het moeilijk om vertrouwen in God te stellen?
4 Wat belet mensen hun vertrouwen op God te stellen? Maar al te vaak verkeren sommigen in verwarring over de vraag waarom er verschrikkelijke dingen gebeuren. Velen hebben geleerd dat God verantwoordelijk is voor lijden. Als er een tragedie toeslaat, zeggen geestelijken soms dat God de slachtoffers „tot zich heeft genomen” om bij hem in de hemel te zijn. Bovendien onderwijzen veel religieuze leiders dat God alles wat er in deze wereld gebeurt — inclusief elke tragedie en elke goddeloze daad — lang geleden heeft voorbeschikt. Het zou moeilijk zijn vertrouwen te stellen in zo’n hardvochtige God. Satan, die de geest van ongelovigen verblindt, wil heel graag al dergelijke „leringen van demonen” verbreiden. — 1 Timotheüs 4:1; 2 Korinthiërs 4:4.
5 Satan wil dat mensen hun vertrouwen in Jehovah verliezen. Die vijand van God wil niet dat we de werkelijke oorzaken van menselijk lijden kennen. En als we de schriftuurlijke oorzaken van lijden te weten zijn gekomen, wil Satan graag dat we ze weer vergeten. Daarom is het goed om drie fundamentele oorzaken van het lijden in de wereld van tijd tot tijd nog eens door te nemen. Door dat te doen, kunnen we ons er nogmaals van overtuigen dat Jehovah niet verantwoordelijk is voor de moeilijkheden die we in ons leven meemaken. — Filippenzen 1:9, 10.
6. Hoe wijst 1 Petrus 5:8 op één oorzaak van menselijk lijden?
6 Eén oorzaak van menselijk lijden is dat Satan de rechtschapenheid van Jehovah’s getrouwe dienstknechten wil breken. Hij probeerde Jobs rechtschapenheid te breken. Dat is hem niet gelukt, maar hij heeft het niet opgegeven. Als de heerser van deze wereld is hij op zoek om Jehovah’s getrouwe dienstknechten te „verslinden” (1 Petrus 5:8). Daarbij heeft hij het op elk van ons gemunt! Satan wil ons zover krijgen dat we ophouden met het dienen van Jehovah. Daarom ontketent hij vaak vervolging. Hoewel zulk lijden pijnlijk is, hebben we goede redenen om te volharden. Daardoor bewijzen we dat Satan een leugenaar is en verheugen we Jehovah (Job 2:4; Spreuken 27:11). En doordat Jehovah ons sterkt om vervolging te verduren, groeit ons vertrouwen in hem. — Psalm 9:9, 10.
7. Welke oorzaak van lijden wordt in Galaten 6:7 onder onze aandacht gebracht?
7 Een tweede oorzaak van lijden is te vinden in het beginsel: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). Soms zaaien mensen door verkeerde keuzes te maken en oogsten ze als gevolg daarvan een of andere vorm van lijden. Misschien verkiezen ze het roekeloos te rijden en heeft dat een ongeval tot gevolg. Velen verkiezen het sigaretten te roken, wat tot hartziekten of longkanker leidt. Zij die het verkiezen zich aan immoreel seksueel gedrag over te geven, riskeren ontwrichte gezinsbanden, verlies van zelfrespect, seksueel overdraagbare aandoeningen en ongewenste zwangerschappen. Mensen proberen misschien God de schuld te geven voor dit lijden, maar feitelijk zijn ze het slachtoffer van hun eigen verkeerde beslissingen. — Spreuken 19:3.
8. Waarom lijden mensen volgens Prediker 9:11?
8 Een derde oorzaak van lijden wordt in Prediker 9:11 genoemd: „Ik wendde mij om te zien onder de zon dat niet de snellen de wedloop hebben, noch de sterken de strijd, noch ook de wijzen het voedsel hebben, noch ook de verstandigen de rijkdom hebben, noch zelfs zij die kennis bezitten de gunst hebben; want tijd en onvoorziene gebeurtenissen treffen hen allen.” Soms zijn mensen gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Wat onze persoonlijke sterke of zwakke kanten ook zijn, ieder van ons kan op elk moment onverwachts door lijden en de dood overvallen worden. In Jezus’ tijd bijvoorbeeld stortte er in Jeruzalem een toren in, waardoor achttien mensen werden gedood. Jezus legde uit dat God deze mensen niet voor eerder begane zonden strafte (Lukas 13:4). Nee, Jehovah heeft geen schuld aan een dergelijk lijden.
9. Wat begrijpen velen niet in verband met lijden?
9 Het is belangrijk enkele oorzaken van lijden te begrijpen. Er is echter een aspect in deze kwestie dat velen moeilijk te begrijpen vinden, en dat is de vraag waarom Jehovah God lijden toelaat.
Waarom laat Jehovah lijden toe?
10, 11. (a) Wat gebeurde er volgens Romeinen 8:19-22 met „de gehele schepping”? (b) Hoe kunnen we vaststellen wie de schepping aan ijdelheid onderwierp?
10 In een passage in de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen wordt licht op dit belangrijke onderwerp geworpen. Paulus schreef: „De vurige verwachting van de schepping wacht op het openbaar worden van de zonen Gods. Want de schepping werd aan ijdelheid onderworpen, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen, op basis van hoop dat ook de schepping zelf vrijgemaakt zal worden van de slavernij des verderfs en de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods zal hebben. Want wij weten dat de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt.” — Romeinen 8:19-22.
11 Om deze verzen te begrijpen, moeten we eerst een paar belangrijke vragen oplossen. Bijvoorbeeld: wie onderwierp de schepping aan ijdelheid? Sommigen hebben naar Satan gewezen; anderen naar Adam. Maar zij kunnen het geen van beiden hebben gedaan. Waarom niet? Omdat degene die de schepping aan ijdelheid onderwerpt, dit doet „op basis van hoop”. Ja, hij biedt hoop dat getrouwen uiteindelijk „vrijgemaakt [zullen] worden van de slavernij des verderfs”. Noch Adam noch Satan kan zo’n hoop bieden. Alleen Jehovah kan dat. Blijkbaar is hij het dus die de schepping aan ijdelheid onderwierp.
12. Welke verwarring is er gerezen over wat er met „de gehele schepping” wordt bedoeld, en hoe kan deze vraag worden beantwoord?
12 Maar wat is „de gehele schepping” waarover in deze passage wordt gesproken? Sommigen zeggen dat „de gehele schepping” op heel de natuur duidt, inclusief planten en dieren. Maar hopen planten en dieren „de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” te bereiken? Nee (2 Petrus 2:12). „De gehele schepping” kan dus alleen op de mensheid slaan. Dit is de schepping die wegens de opstand in Eden door zonde en de dood wordt gekweld en dringend behoefte heeft aan hoop. — Romeinen 5:12.
13. Wat heeft de opstand in Eden voor de mensheid teweeggebracht?
13 Wat heeft die opstand nu precies voor de mensheid teweeggebracht? Paulus beschrijft de * Volgens een naslagwerk beschrijft dit woord „de nutteloosheid van een voorwerp dat niet aan het doel van zijn maker beantwoordt”. Mensen zijn gemaakt om eeuwig te leven en als een volmaakte, verenigde familie samen voor een paradijselijke aarde zorg te dragen. In plaats daarvan leiden ze een kort, pijnlijk en vaak frustrerend bestaan. Zoals Job zei: „De mens, uit een vrouw geboren, leeft korte tijd en is verzadigd van beroering” (Job 14:1). Inderdaad, wat een ijdelheid!
gevolgen in één enkel woord: ijdelheid.14, 15. (a) Welk bewijs van gerechtigheid vinden we in het vonnis dat Jehovah over de mensheid uitsprak? (b) Waarom zei Paulus dat de schepping „niet uit eigen wil” aan ijdelheid werd onderworpen?
14 Nu komen we bij de belangrijkste vraag: Waarom onderwierp „de Rechter van de gehele aarde” de mensheid aan dit pijnlijke, frustrerende bestaan? (Genesis 18:25) Was dat rechtvaardig van hem? Bedenk wat onze eerste ouders deden. In hun opstand tegen God kozen ze de kant van Satan, die een verreikende strijdvraag opwierp in verband met Jehovah’s soevereiniteit. Met hun daden onderschreven ze de bewering dat de mens beter af is zonder Jehovah, door zichzelf te besturen onder leiding van een opstandig geestelijk schepsel. Toen Jehovah het vonnis over de opstandelingen uitsprak, gaf hij hun feitelijk waar ze om vroegen. Hij stond de mens toe zichzelf te besturen onder de invloed van Satan. Welke beslissing zou in die omstandigheden rechtvaardiger kunnen zijn dan de mensheid op basis van hoop aan ijdelheid te onderwerpen?
15 Natuurlijk was dit niet de „eigen wil” van de schepping. We zijn als slaven van zonde en verderf geboren zonder enige keus in de kwestie te hebben. Maar Jehovah was zo barmhartig Adam en Eva in leven te laten om nageslacht voort te brengen. Hoewel wij als hun nakomelingen onderworpen zijn aan de ijdelheid van zonde en de dood, hebben we de gelegenheid te doen wat Adam en Eva nalieten. We kunnen naar Jehovah luisteren en te weten komen dat zijn soevereiniteit rechtvaardig en volmaakt is, terwijl menselijke heerschappij los van Jehovah alleen maar pijn, frustratie en ijdelheid tot gevolg heeft (Jeremia 10:23; Openbaring 4:11). En Satans invloed maakt de dingen alleen maar erger. De menselijke geschiedenis getuigt van deze waarheden. — Prediker 8:9.
16. (a) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah niet verantwoordelijk is voor het lijden dat we in de wereld van vandaag zien? (b) Welke hoop heeft Jehovah getrouwe mensen liefdevol gegeven?
16 Jehovah had beslist gegronde redenen om de mensheid aan ijdelheid te onderwerpen. Betekent dat echter dat Jehovah de oorzaak is van de ijdelheid en het lijden waarmee ieder van ons in deze tijd te kampen heeft? Denk eens aan een rechter die een rechtvaardig vonnis over een misdadiger uitspreekt. De veroordeelde ondergaat misschien veel lijden terwijl hij zijn straf uitzit, maar kan hij de rechter er terecht van beschuldigen dat die de oorzaak van zijn lijden is? Absoluut niet! Bovendien is Jehovah nooit de bron van goddeloosheid. Jakobus 1:13 zegt: „Met kwade dingen kan God niet worden beproefd, noch beproeft hij zelf iemand.” Laten we ook bedenken dat Jehovah dit vonnis „op basis van hoop” uitsprak. Hij heeft er liefdevol regelingen voor getroffen dat getrouwe nakomelingen van Adam en Eva een eind zouden zien komen aan ijdelheid en zich in „de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” zouden verheugen. Tot in alle eeuwigheid zal de getrouwe mensheid niet bezorgd hoeven te zijn dat heel de schepping opnieuw in een pijnlijke toestand van ijdelheid zal afdalen. Doordat Jehovah de kwestie op een rechtvaardige manier oplost, zal de rechtmatigheid van zijn soevereiniteit voor altijd vaststaan. — Jesaja 25:8.
17. Als we de oorzaken van het lijden in de wereld van vandaag nog eens overdenken, welke uitwerking moet dat dan op ons hebben?
17 Als we deze oorzaken van menselijk lijden nog eens overdenken, zien we dan enige basis om Jehovah de schuld te geven van goddeloosheid of ons vertrouwen in hem te verliezen? Integendeel, zo’n onderzoek geeft ons reden om net als Mozes te zeggen: „De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een Deuteronomium 32:4). Laten we, door over deze dingen te mediteren, van tijd tot tijd ons begrip ervan opfrissen. Zo zullen we, wanneer we met beproevingen te maken krijgen, Satans pogingen om twijfel in onze geest te zaaien kunnen weerstaan. Maar wat valt er te zeggen over de tweede stap die in het begin werd genoemd? Wat houdt het in op Jehovah te vertrouwen?
God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; rechtvaardig en oprecht is hij” (Wat het betekent op Jehovah te vertrouwen
18, 19. Met welke woorden moedigt de bijbel ons aan op Jehovah te vertrouwen, maar welke onjuiste ideeën houden sommigen er in dat opzicht op na?
18 Gods Woord geeft ons de dringende raad: „Vertrouw op Jehovah met heel uw hart en steun niet op uw eigen verstand. Sla in al uw wegen acht op hem, en híj zal uw paden recht maken” (Spreuken 3:5, 6). Dat zijn prachtige, geruststellende woorden. Absoluut niemand in heel het universum is betrouwbaarder dan onze geliefde hemelse Vader. Toch is het makkelijker die woorden in Spreuken te lezen dan ze in praktijk te brengen.
19 Velen hebben onjuiste ideeën over wat het betekent op Jehovah te vertrouwen. Sommigen denken dat zo’n vertrouwen niet meer dan een gevoel is, een soort gelukzalige emotie die van nature in het hart moet opwellen. Anderen schijnen te geloven dat op God vertrouwen betekent dat we kunnen verwachten dat hij ons tegen elke moeilijkheid beschermt, al onze problemen oplost en elke dagelijkse uitdaging precies zo laat aflopen als we graag willen — en wel meteen! Maar zulke ideeën zijn ongegrond. Vertrouwen is veel meer dan alleen een gevoel, en het is niet onrealistisch. Bij volwassen mensen houdt vertrouwen het nemen van bewuste, weloverwogen beslissingen in.
20, 21. Wat houdt het in op Jehovah te vertrouwen? Illustreer dit.
20 Kijk nog eens wat Spreuken 3:5 zegt. Daar worden op Jehovah vertrouwen en op ons eigen verstand steunen tegenover elkaar gesteld, wat suggereert dat we het niet allebei kunnen doen. Wil dat zeggen dat we ons verstand niet mogen gebruiken? Nee, want Jehovah, die ons dat verstand heeft gegeven, verwacht van ons dat we het gebruiken in onze dienst voor hem (Romeinen 12:1). Maar waar steunen, of bouwen, we op? Als onze denkwijze niet met die van Jehovah overeenstemt, aanvaarden we zijn wijsheid dan voor wat ze is — oneindig superieur aan de onze? (Jesaja 55:8, 9) Op Jehovah vertrouwen betekent onze denkwijze door de zijne laten leiden.
21 Denk ter illustratie eens aan een klein kind dat op de achterbank van een auto zit, met zijn ouders voorin. Zijn vader zit achter het stuur. Als er onderweg moeilijkheden rijzen — onzekerheid over de juiste route of misschien een probleem met het weer of de toestand van de weg — hoe reageert een gehoorzaam kind dat vertrouwen heeft dan? Roept hij aanwijzingen vanaf de achterbank om zijn vader te vertellen hoe hij moet rijden? Betwist hij de beslissingen van zijn ouders of verzet hij zich als ze hem eraan herinneren zijn veiligheidsgordel om te houden? Nee, van nature vertrouwt hij erop dat zijn ouders deze dingen oplossen, ook al zijn ze onvolmaakt. Jehovah is een volmaakte Vader. Dienen we hem dan niet onvoorwaardelijk te vertrouwen, vooral als we voor moeilijke situaties staan? — Jesaja 30:21.
22, 23. (a) Waarom moeten we ons vertrouwen op Jehovah stellen als we voor problemen staan, en hoe kunnen we dat doen? (b) Wat zal in het volgende artikel worden besproken?
22 Spreuken 3:6 geeft echter te kennen dat we ’in al onze wegen acht moeten slaan op Jehovah’, niet alleen als we voor moeilijke situaties staan. Dus ook in de dagelijkse beslissingen in ons leven moeten we er blijk van geven op Jehovah te vertrouwen. Als er problemen rijzen, moeten we niet wanhopen, in paniek raken of ons verzetten tegen de leiding die Jehovah geeft in verband met de beste manier om de zaak aan te pakken. We moeten beproevingen zien als gelegenheden om Jehovah’s soevereiniteit hoog te houden, om te helpen bewijzen dat Satan een leugenaar is en om gehoorzaamheid en andere eigenschappen die Jehovah aangenaam zijn, te ontwikkelen. — Hebreeën 5:7, 8.
23 Ongeacht welke obstakels er voor ons opdoemen, we kunnen laten zien dat we op Jehovah vertrouwen. Dat doen we in onze gebeden en in de manier waarop we naar Jehovah’s Woord en zijn organisatie opzien voor leiding. Maar hoe kunnen we met name als we voor problemen staan die zich in deze wereld voordoen, tonen dat we op Jehovah vertrouwen? Dat onderwerp zal in het volgende artikel worden behandeld.
[Voetnoot]
^ ¶13 Het Griekse woord dat Paulus voor „ijdelheid” gebruikte, was hetzelfde dat in de Griekse Septuaginta werd gebruikt als vertaling van de term die Salomo herhaaldelijk in het boek Prediker bezigde, zoals in de uitdrukking „alles is ijdelheid!” — Prediker 1:2, 14; 2:11, 17; 3:19; 12:8.
Wat zouden we antwoorden?
• Hoe toonde David dat hij Jehovah zijn vertrouwen liet zijn?
• Wat zijn drie oorzaken van menselijk lijden, en waarom is het goed ze van tijd tot tijd nog eens door te nemen?
• Welk vonnis sprak Jehovah over de mensheid uit, en waarom was het een rechtvaardig vonnis?
• Wat houdt het in op Jehovah te vertrouwen?
[Studievragen]
[Illustraties op blz. 8]
David liet Jehovah zijn vertrouwen zijn
[Illustratie op blz. 10]
Jezus legde uit dat toen er in Jeruzalem een toren instortte, Jehovah daar geen schuld aan had