Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ben ik verslaafd aan elektronica?

Ben ik verslaafd aan elektronica?

Jonge mensen vragen

Ben ik verslaafd aan elektronica?

Wat is de overeenkomst tussen deze jongeren?

„Ik ben helemaal gek op sms’en! Het is het leukste wat er is. Ik doe bijna niks anders meer.” — Alan *.

„Mijn moeder kocht een tv voor mijn kamer, en ik ging helemaal uit mijn dak! Ik ging ’s avonds niet slapen, maar bleef urenlang kijken. Ik keek liever tv dan dat ik met familie en vrienden omging.” — Teresa.

„Ik heb een periode gehad dat ik nergens heen kon en niks kon doen zonder me af te vragen of iemand een berichtje op mijn webpagina had achtergelaten. Als ik midden in de nacht wakker werd, moest ik gewoon even internetten. En als ik maar even de kans kreeg, werkte ik mijn blog bij.” — Anna.

Wie van deze jongeren is volgens jou verslaafd aan elektronica?

Alan Teresa Anna

TOEN je ouders jong waren, waren de tv en de radio de belangrijkste vormen van elektronische media. Telefoons waren heel simpel, je kon er alleen mee bellen en meestal zaten ze vast aan de muur. Klinkt dat verschrikkelijk ouderwets? Anna vindt van wel: „Mijn ouders zijn als het om elektronica gaat, in de middeleeuwen opgegroeid. Ze komen er nu pas achter hoe ze bepaalde functies op hun mobieltje moeten gebruiken!”

Tegenwoordig kun je een gesprek voeren, naar muziek luisteren, tv-kijken, gamen, vrienden e-mailen, foto’s maken en internetten met één apparaatje dat je in je zak kunt stoppen. Omdat je opgegroeid bent met computers, mobieltjes, tv en internet, vind je het misschien normaal dat je die de hele tijd gebruikt. Maar misschien vinden je ouders dat je verslaafd bent. Als ze zich zorgen maken, zeg dan niet meteen dat ze niet van deze tijd zijn. De wijze koning Salomo zei: „Wanneer iemand antwoord geeft op een zaak voordat hij ze hoort, is dat dwaasheid” (Spreuken 18:13).

Vraag je je af waarom je ouders zich eigenlijk zorgen maken? Doe dan de volgende test om te zien of je misschien verslaafd bent aan een vorm van elektronische media.

Ben ik verslaafd?

Volgens een encyclopedie is iemand verslaafd als hij onbeheerst gedrag uit gewoonte steeds herhaalt zonder ermee te kunnen of willen stoppen, ondanks de schadelijke gevolgen. Als je naar die omschrijving kijkt, zijn alle drie de jongeren aan het begin van het artikel verslaafd of verslaafd geweest aan elektronica. Hoe zit het met jou? Hieronder is de omschrijving in drie punten verdeeld. Lees de citaten en kijk of jij net zulke dingen zegt of doet. Vul dan de antwoorden in.

Onbeheerst gedrag. „Ik zat urenlang te gamen. Daardoor kreeg ik te weinig slaap, en ik kon nergens anders meer over praten. Ik had weinig contact met mijn familie en ging helemaal op in de fantasiewereld van de games die ik speelde.” — Andrew.

Wat is volgens jou een redelijke hoeveelheid tijd om op een dag aan elektronica te besteden? ․․․․․

Hoeveel tijd vinden je ouders dat je daaraan kunt besteden? ․․․․․

Hoeveel tijd besteed je elke dag in totaal aan sms’en, tv-kijken, foto’s en andere dingen uploaden, gamen, enzovoorts? ․․․․․

Als je naar deze antwoorden kijkt, vind je dan dat je gebruik van elektronica ongecontroleerd is?

□ Ja □ Nee

Je kunt of wilt niet stoppen. „Mijn ouders zien me de hele tijd sms’en en zeggen dat ik daar te veel mee bezig ben. Maar vergeleken met andere jongeren van mijn leeftijd stelt het niks voor. Ja, ik sms natuurlijk meer dan mijn ouders. Maar dat is appels met peren vergelijken: zij zijn veertig en ik ben vijftien.” — Alan.

Hebben je ouders of vrienden weleens gezegd dat je te veel tijd besteedt aan een bepaalde vorm van elektronische media?

□ Ja □ Nee

Kun of wil je het gebruik daarvan niet onder controle krijgen?

□ Ja □ Nee

Schadelijke gevolgen. „Mijn vrienden sms’en de hele tijd, zelfs als ze autorijden. Dat is echt superonveilig!” — Julie.

„Toen ik voor het eerst een mobieltje kreeg, zat ik altijd te bellen en te sms’en. Ik deed niks anders meer. Dat was slecht voor mijn relatie met mijn familie en ook met sommige vriendinnen. Als ik met mijn vriendinnen op stap ben, merk ik nu dat ze me constant in de rede vallen met: ’Wacht even. Ik moet even een sms’je beantwoorden.’ Dat is een van de redenen waarom ik niet zo close met ze ben.” — Shirley.

Ben je weleens aan het sms’en in het verkeer of terwijl je les hebt?

□ Ja □ Nee

Als je met je familie of met vrienden zit te praten, onderbreek je dan constant het gesprek om e-mailtjes, telefoontjes of sms’jes te beantwoorden?

□ Ja □ Nee

Ga je te laat naar bed of heb je minder tijd voor je huiswerk doordat je met elektronica bezig bent?

□ Ja □ Nee

Hoe vind je een goede balans?

Als je een vorm van elektronische media gebruikt, zoals een computer of een mobieltje, stel jezelf dan eens de vier vragen die hieronder staan. Door de Bijbelse adviezen op te volgen en je aan een paar simpele richtlijnen te houden, blijf je verstandig bezig en houd je het in de hand.

1. Wat is de inhoud? „Schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is” (Filippenzen 4:8, De Nieuwe Bijbelvertaling).

Wel doen Contact houden met vrienden en met je familie, en positieve nieuwtjes en ideeën uitwisselen (Spreuken 25:25; Efeziërs 4:29).

Niet doen Roddels verspreiden, immorele berichtjes of plaatjes doorsturen of naar verkeerde videoclips of programma’s kijken (Kolossenzen 3:5; 1 Petrus 4:15).

2. Wanneer gebruik ik het? „Voor alles is er een vastgestelde tijd” (Prediker 3:1).

Wel doen Een limiet stellen aan de hoeveelheid tijd die je besteedt aan bellen, sms’en, tv-kijken of gamen. Zet uit respect je mobieltje tijdens belangrijke gelegenheden uit, bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten voor aanbidding. Je kunt altijd later op berichtjes reageren.

Niet doen Toelaten dat elektronica tijd in beslag neemt die je eigenlijk had willen besteden aan omgang met vrienden of familie, studeren of geestelijke activiteiten (Efeziërs 5:15-17; Filippenzen 2:4).

3. Met wie ga ik om? „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:33).

Wel doen Elektronische media gebruiken om een betere band te krijgen met mensen die je aanmoedigen om goede gewoonten te ontwikkelen (Spreuken 22:17).

Niet doen Jezelf voor de gek houden door te denken dat je niet de normen, taal en ideeën zult overnemen van de mensen met wie je via sms’jes, e-mail, msn, tv, films, games of internet omgaat (Spreuken 13:20).

4. Hoeveel tijd kost het me? ’Onderscheid waar het op aankomt’ (Filippenzen 1:10, NBV).

Wel doen Bijhouden hoeveel tijd je aan elektronica besteedt.

Niet doen De opmerkingen van je vrienden of de regels van je ouders negeren als ze zeggen dat je te veel tijd aan een bepaalde vorm van elektronica besteedt (Spreuken 26:12).

Andrew zegt terecht over een evenwichtig gebruik van elektronica: „Elektronische apparaten zijn leuk, maar niet voor lang. Ik heb geleerd om niet toe te laten dat ze tussen mij en mijn familie en vrienden komen.”

Meer artikelen uit de „Jonge mensen vragen”-serie vind je op www.watchtower.org/ypo

[Voetnoot]

^ ¶4 Sommige namen in dit artikel zijn veranderd.

[Kader/Illustraties op blz. 25]

WAT ANDERE JONGEREN ZEGGEN

„Mijn ouders zeiden altijd tegen me: ’Je bent zo veel met je mobieltje bezig dat we je handen er net zo goed aan kunnen vastplakken!’ Eerst vond ik dat wel grappig, maar toen realiseerde ik me dat ze het meenden. Nu sms ik niet meer zo veel en ben ik een stuk gelukkiger!”

„Als ik maar even tijd had, moest ik gewoon op internet kijken of ik nog nieuwe berichtjes had. Ik verwaarloosde mijn huiswerk en andere studie. Nu ik minder internet, is het alsof er een enorme last van mijn schouders is gevallen. Evenwicht is echt heel belangrijk.”

[Illustraties]

Jovarny

Mariah

[Kader op blz. 26]

„IK WAS VERSLAAFD AAN PROFIELSITES”

„Een paar jaar geleden gingen we verhuizen. Ik wilde contact houden met mijn vriendinnen, en zij nodigden me uit voor een site waar je foto’s kon uitwisselen. Dat leek een geweldige manier om contact te houden. Ik zou dan alleen praten met mensen die ik kende en niet met vreemden, dus wat kon er fout gaan?

Eerst ging het allemaal goed. Eens in de week keek ik op internet naar de foto’s van mijn vriendinnen en reageerde daarop en las dan ook hun reacties op mijn foto’s. Maar al snel werd het een obsessie. Voordat ik het in de gaten had, was ik de hele tijd op de site. Omdat ik zo vaak online was, begon het bekenden van mijn vriendinnen op te vallen, en zij nodigden me uit om ook hun vriendin te worden. Je weet hoe het gaat: een vriendin zegt dat het een leuke meid is, en dus ga je op de uitnodiging in. Voor je het weet, heb je vijftig internetvrienden.

Al snel merkte ik dat ik constant dacht aan internetten. Zelfs als ik op de website was, dacht ik eraan wanneer ik de site opnieuw kon checken en dat ik er nieuwe foto’s op moest zetten. Ik las hier een reactie, postte daar een filmpje en voor ik het wist was ik uren verder.

Na ongeveer anderhalf jaar realiseerde ik me eindelijk dat ik verslaafd was. Nu hou ik goed in de gaten hoe vaak ik internet. Ik probeer vooral bevriend te raken met mensen die ik in het echt ontmoet en van wie ik weet dat ze dezelfde normen en waarden hebben als ik. Sommige vriendinnen begrijpen dat niet, maar ik heb mijn lesje wel geleerd.” — Ellen (18).

[Kader op blz. 26]

VRAAG HET JE OUDERS

Misschien ben je wel verrast als je met je ouders praat over de dingen die je leuk vindt. Cheryl vertelt: „Mijn vader dacht dat ik een cd met verkeerde muziek had. Ik vroeg hem of we samen naar de hele cd konden luisteren. Dat vond hij goed. Na afloop zei hij dat er niks mis mee was!”

Schrijf hieronder een vraag die jij je ouders over elektronische media wilt stellen.

[Kader op blz. 27]

VOOR DE OUDERS

Zit uw kind te veel te internetten of te sms’en, of heeft hij een betere relatie met zijn mp3-speler dan met u? Wat kunt u daar dan aan doen?

U kunt het apparaat natuurlijk gewoon afpakken. Maar ga er niet meteen van uit dat alle elektronische apparatuur slecht is. Waarschijnlijk gebruikt u ook een vorm van elektronische media die uw ouders niet hadden. Het is dus beter om het apparaat niet af te pakken tenzij daar een dringende reden voor is. U kunt deze gelegenheid juist aangrijpen om uw zoon of dochter te leren op een verstandige en evenwichtige manier met elektronica om te gaan. Hoe kunt u dat doen?

Ga er samen met uw kind voor zitten. Vertel eerst waar u zich zorgen over maakt. Luister vervolgens naar wat hij of zij te zeggen heeft (Spreuken 18:13). Bespreek dan samen praktische oplossingen. Wees niet bang om duidelijke grenzen aan te geven, maar blijf redelijk (Filippenzen 4:5). Ellen vertelt: „Toen ik te veel sms’te, pakten mijn ouders niet mijn telefoon af, maar stelden ze regels op. Doordat ze het zo hebben aangepakt, heb ik geleerd evenwichtig te zijn met sms’en, ook als mijn ouders er niet bij zijn.”

En als uw zoon of dochter nu meteen in de verdediging gaat? Trek dan niet de conclusie dat uw raad aan dovemansoren gericht is. Wees geduldig en geef uw kind wat tijd om erover na te denken. De kans is groot dat hij of zij het eigenlijk al met u eens is en zal doen wat u gezegd hebt. Bij veel jongeren gaat het net zo als bij Hailey: „Eerst was ik beledigd toen mijn ouders zeiden dat ik verslaafd was aan de computer. Maar toen ik er later over nadacht, ging ik inzien dat ze gelijk hadden.”

[Illustratie op blz. 27]

Heb je je apparaten onder controle of hebben ze de controle over jou?