Het trauma van een terroristische aanslag — Hoe sommigen het verwerken
Het trauma van een terroristische aanslag — Hoe sommigen het verwerken
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN SPANJE
OP 11 maart 2004 werd de stad Madrid opgeschrikt door het geluid van tien bomexplosies in drie treinstations. De gelijktijdige aanslagen op vier forensentreinen hadden 190 doden en 1800 gewonden tot gevolg.
Omdat de explosies tijdens de ochtendspits plaatsvonden, toen alle treinen propvol zaten, was de verwoesting enorm. „Ik zag een complete wagon een meter de lucht ingaan, zo krachtig was de explosie”, zegt Aroa, een ooggetuige. „Toen ik de trein uitkwam, leek het hele gebied wel een slagveld. Het is afschuwelijk om met eigen ogen zo’n bloedbad te zien.” Dezelfde afgrijselijke gebeurtenissen vonden in vier treinen, in tien verschillende wagons, plaats. Terroristen hadden rugzakken vol explosieven in de treinen achtergelaten en met mobiele telefoons tot ontploffing gebracht.
Sommige passagiers hadden het geluk dat ze zich achteraf niets konden herinneren van de verschrikkelijke gebeurtenissen die ze hadden meegemaakt. Maar honderden anderen, zoals Aroa, moeten met zowel lichamelijke als emotionele littekens leren omgaan. „Door de klap is mijn gehoor ernstig beschadigd,” zei Aroa, „maar de afgrijselijke beelden die door mijn hoofd blijven spoken, vind ik veel erger.”
„Gelukkig kreeg ik als een van Jehovah’s Getuigen veel emotionele steun”, zegt Aroa verder. „Door de telefoontjes en berichtjes van over de hele wereld besefte ik dat we echt een internationale broederschap zijn. Bovendien kunnen we door de bijbel begrijpen waarom zulke gruwelijke dingen gebeuren. Ik heb een aantal collega’s uitgelegd dat de bijbel heeft voorzegd dat mensen in ’de laatste dagen’ ’heftig’ zouden zijn en ’zonder natuurlijke genegenheid’. Ik heb ook gemerkt dat mijn volletijddienst van onschatbare waarde is om het leed te verzachten.” — 2 Timotheüs 3:1-3.
Pedro was een van de vele passagiers die ernstig gewond raakten. Hij stond nog geen vier meter bij de bom vandaan die in zijn wagon ontplofte. Door de explosie werd hij tegen de grond gesmakt, waardoor hij hoofdletsel opliep en ernstige ademhalingsproblemen kreeg. Na vijf dagen op de intensive care begon hij te herstellen. Het grote aantal mede-Getuigen dat hem opzocht, beurde hem op en verbaasde het verplegend personeel. „In 26 jaar heb ik nog nooit meegemaakt dat iemand zo veel bezoek en zo veel cadeautjes kreeg!”, zei een verpleegster. En Pedro sprak weer vol lof over het ziekenhuispersoneel. „Ze waren geweldig”, zei hij. „Ze hebben me heel goed geholpen om te herstellen.”
Onder de slachtoffers waren veel immigranten die kort geleden in Spanje waren komen wonen. Manuel uit Cuba raakte gewond bij de eerste explosie op het station Atocha en verloor het bewustzijn bij de tweede explosie. „In de paniek liepen mensen over me heen terwijl ik op het perron lag”, vertelde hij. „Toen ik weer bij bewustzijn kwam, had ik twee gebroken ribben, en was ik gewond aan mijn been en totaal doof aan één oor.”
„De reddingswerkers — politie, ambulancepersoneel en brandweermannen — waren binnen enkele minuten ter plaatse, en ze gaven ons de best mogelijke hulp”, zei Manuel verder. „Ze wisten precies wat ze moesten doen, en mede door hun efficiëntie en kundigheid nam de paniek af. Ze zorgden er niet alleen voor dat ik de medische hulp kreeg die ik nodig had, maar ik werd ook vriendelijk en met medegevoel behandeld.”
Posttraumatische stress
Net als Aroa heeft Manuel ernstige emotionele littekens. „Onlangs kreeg ik een paniekaanval toen ik een trein instapte”, bekende hij. „Ik moest onmiddellijk uitstappen. En ik ben nog steeds achterdochtig als ik in het openbaar vervoer iemand zie met een rugzak of iets wat erop lijkt. Maar ik heb veel meer hulp gehad dan anderen, ook al woont niemand van mijn familie in Spanje. Echt honderden Getuigen hebben me opgebeld, en een Getuige-gezin nodigde me voor een paar dagen bij hen thuis uit zodat ik me niet alleen zou voelen. Deze onschatbare steun van onze wereldwijde broederschap heeft me geholpen weer tot rust te komen.”
Sergio, een passagier die geen lichamelijk letsel opliep, heeft nog elke dag last van de beelden van wat er om hem heen gebeurde. Een bom explodeerde in de wagon voor hem en een andere in de wagon direct achter hem. Net als
Manuel is hij dankbaar voor de liefdevolle steun van zijn familie en zijn mede-Getuigen. „Ze hebben me niet alleen laten merken dat ik geliefd ben, maar door hen werd ik eraan herinnerd dat ik bij een verenigde broederschap hoor die voor ieder lid zorgt”, zei hij. „Die steun kreeg ik elke dag, en door de vele telefoontjes kon ik mijn gevoelens uiten, waar ik vaak moeite mee heb.”Sommige passagiers kregen te maken met een andere vorm van psychische belasting. Diego zat zonder het te weten naast één van de vier bommen die niet zijn ontploft. Hij kon de trein ongedeerd verlaten. „Maar nu voel ik me schuldig omdat ik de gewonden niet heb geholpen”, erkende hij. „Ik werd in de paniek meegesleurd toen honderden mensen zo snel mogelijk uit het station probeerden te komen.”
Door de explosie in zijn trein raakte Ramón, een jonge man uit Brazilië, zo in een shock dat hij zich bijna niet meer kon bewegen. Toch besloot hij twee dagen na de aanslag om de Koninkrijksboodschap weer tot anderen te gaan prediken. Hij ontmoette een Portugese man, die hem vertelde dat hij op zoek was naar de ware religie. Ramón kon een bijbelstudie beginnen met de man, die direct de vergaderingen begon te bezoeken. „Als je anderen geestelijk kunt helpen, voel je jezelf ook beter”, zei Ramón.
Alle slachtoffers zullen ongetwijfeld tijd nodig hebben om hun lichamelijke en emotionele pijn te boven te komen. Helaas leven we in een tijd waarin zinloos geweld overal kan losbarsten. En hoewel geestelijke waarden slachtoffers kunnen helpen het trauma te verwerken, zal alleen Gods koninkrijk deze tragedies definitief uit de wereld kunnen helpen. — Openbaring 21:3, 4.
[Kader/Illustraties op blz. 15]
GEESTELIJKE KRACHT OM HET TRAUMA TE VERWERKEN
Manuel Suárez
„Terwijl ik nog in een shock verkeerde en wachtte om naar het ziekenhuis te gaan, bleef ik denken aan Spreuken 18:10: ’De naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming.’ Die woorden gaven me kracht.”
Aroa San Juan
„Als je zoiets meemaakt, besef je meer dan ooit dat dit de laatste dagen zijn en dat we ons op geestelijke dingen moeten concentreren. Dankzij mijn volletijddienst kan ik langzamerhand het trauma verwerken.”
Fermín Jesús Mozas
„Ondanks mijn hoofdletsel kon ik een aantal andere gewonde passagiers helpen en geruststellen. Ik denk dat ik kalm ben gebleven vanwege de opstandingshoop die God ons heeft gegeven, een hoop die ons op dit soort momenten kracht geeft.”
Pedro Carrasquilla
„Toen ik op de intensive care lag en acute pijn op de borst had, bleven de woorden van 1 Timotheüs 6:19 door mijn hoofd spelen. Ze sporen ons aan een voortreffelijk fundament voor de toekomst als een schat weg te leggen, zodat we het werkelijke leven stevig kunnen vastgrijpen. Dit vers herinnerde me aan onze hoop op het Paradijs, dat God heeft beloofd aan degenen die van hem houden. Dat is waar we ons best voor doen.”
[Illustratie op blz. 13]
Boven: Reddingswerkers verzorgen de gewonden en de stervenden op de rails buiten het station Atocha
[Verantwoording]
Top: CORDON PRESS
[Illustratie op blz. 13]
Rechts: Een geïmproviseerd gedenkteken