Het Hooggerechtshof aanvaardt de zaak

DE AFGELOPEN JAREN heeft het Hooggerechtshof jaarlijks zo’n 80 à 90 zaken van de ruim 7000 verzoeken om een officiële schriftelijke uitspraak aanvaard — iets meer dan 1 procent!

In mei 2001 dienden Jehovah’s Getuigen bij het Hooggerechtshof hun verzoek om een Writ of Certiorari (herbeoordeling van de zaak) in met de vraag: „Zijn bedienaren van het evangelie die zich bezighouden met een op de Schrift gebaseerd eeuwenoud gebruik, de bekendmaking van hun godsdienstige overtuiging van deur tot deur, voor de grondwet gelijk aan venters van koopwaar en dus onderhevig aan de reeds omschreven beperking dat er een gemeentelijke vergunning moet worden gehaald om over de bijbel te spreken of kosteloos bijbelse lectuur aan te bieden?”

Op 15 oktober 2001 werd de juridische afdeling van de Watch Tower Society ervan in kennis gesteld dat het Amerikaanse Hooggerechtshof de uitspraak in de zaak Watchtower Bible and Tract  Society of New York, Inc., et al. v. Village of Stratton et al. ter toetsing had aanvaard!

Het Hof beperkte de behandeling van de zaak tot een specifieke rechtsvraag in verband met de vrijheid van meningsuiting, namelijk of de bescherming van de vrije meningsuiting krachtens het Eerste Amendement het recht omvat om met anderen over een onderwerp te spreken zonder zich eerst bij een overheidsinstantie te moeten melden.

Nu zou de zaak mondeling bepleit moeten worden ten overstaan van de negen rechters van het Hooggerechtshof. De Getuigen zouden hun advocaten hebben, met tegenover hen het advocatenteam van de gemeente Stratton. Hoe zou de zaak in die rechtszaal verlopen?

[Kader op blz. 5]

WAT IS HET EERSTE AMENDEMENT?

„AMENDEMENT I (HET STICHTEN VAN EEN GODSDIENST; VRIJHEID VAN GODSDIENST, MENINGSUITING, DRUKPERS, VERENIGING EN VERGADERING, PETITIE) Het Congres mag geen wet uitvaardigen met betrekking tot het stichten van een godsdienst of om de vrije beoefening ervan te verbieden; of ter beknotting van de vrijheid van meningsuiting of van drukpers; of van het recht van de bevolking om vreedzaam bijeen te komen, en om de Regering te verzoeken grieven te verhelpen.” — De Grondwet van de Verenigde Staten.

„Het Eerste Amendement vormt de basis van het democratische proces in de Verenigde Staten. Het Eerste Amendement verbiedt het Congres wetten aan te nemen die de vrijheid van meningsuiting, van drukpers, van vreedzame vereniging en vergadering of van petitie beknotten. Veel mensen beschouwen de vrijheid van meningsuiting als de belangrijkste vrijheid en als de grondslag van alle andere vrijheden. Het Eerste Amendement verbiedt het Congres eveneens wetten aan te nemen ter stichting van een staatsgodsdienst of ter beknotting van de vrijheid van godsdienst” (The World Book Encyclopedia). Interessant is dat in Cantwell v. Connecticut, 310 U.S. 296 (1940), een baanbrekend arrest waarbij het ook om Jehovah’s Getuigen ging, het Amerikaanse Hooggerechtshof bepaalde dat de waarborgen van het Eerste Amendement niet alleen het „Congres” (de federale regering) maar ook plaatselijke overheden (deelstaat en gemeente) verbieden wetten aan te nemen die in strijd met de grondwet inbreuk zouden maken op de rechten van het Eerste Amendement.

[Illustraties op blz. 5]

De zaak in kwestie betreft diverse manieren om mensen van deur tot deur te benaderen

[Illustratieverantwoording op blz. 4]

Photograph by Franz Jantzen, Collection of the Supreme Court of the United States