Een toevlucht voor bijbeldrukkers
Een toevlucht voor bijbeldrukkers
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN BELGIË
Bijna 500 jaar geleden werden in Antwerpen enkele van de eerste gedrukte exemplaren van de volledige bijbel vervaardigd. Wat trok bijbeldrukkers naar die stad? Welke risico’s namen ze door de bijbel te drukken? Om daar achter te komen, moeten we teruggaan naar het begin van de zestiende eeuw.
ANTWERPEN ligt aan de monding van de Schelde, negentig kilometer van de Noordzee. In de zestiende eeuw, tijdens zijn zogenoemde Gouden Eeuw, beleefde Antwerpen een ongekende economische voorspoed. De stad groeide snel en werd Europa’s grootste haven en een van de weinige steden in West-Europa met meer dan 100.000 inwoners.
De groei van Antwerpen trok kooplieden vanuit heel Europa aan. Dit en de toenemende welvaart droegen bij tot een verdraagzamer houding van de zijde van het stadsbestuur, waardoor Antwerpen een kweekplaats voor nieuwe ideeën kon worden. Het ongedwongen klimaat trok drukkers aan die aanvoelden dat deze nieuwe ideeën daar veilig gedrukt en verspreid konden worden. Het duurde niet lang of in het Antwerpen van de zestiende eeuw hadden zich 271 drukkers, uitgevers en boekhandelaars gevestigd. De magistraten in die tijd beschreven hun stad trots als „een toevlucht en voedster voor alle kunsten, wetenschappen, naties en deugden”.
Boeken en monniken verbrand
Enkele van de nieuwe ideeën die werden gedrukt en verspreid waren die van Maarten Luther (1483–1546). Hij was de leider van de Reformatie, een religieuze beweging die
tot het ontstaan van het protestantisme leidde. Slechts zes maanden na het begin van de Reformatie verschenen Luthers werken al in de boekwinkels van Antwerpen. Het wekt geen verbazing dat de Katholieke Kerk hier niet blij mee was. In juli 1521 moedigde de kerk aan tot de openbare verbranding in Antwerpen van 400 zogenoemde ketterse boeken. Twee jaar later vonden twee augustijner monniken uit Antwerpen, die sympathiseerden met Luthers ideeën, de dood op de brandstapel.Een groep moedige drukkers in Antwerpen liet zich door deze aanvallen niet afschrikken. De moed van die drukkers heeft een essentiële rol gespeeld bij het beschikbaar komen van de bijbel voor de gewone man. Wie waren enkele van deze drukkers?
Van drukker tot martelaar
Adriaen van Berghen was een drukker en een boekhandelaar. In 1522 kwam hij voor het verkopen van lutherse boeken aan de schandpaal (’aan de kaak gesteld’) en kort daarna werd hij tot een gevangenisstraf veroordeeld. Hij kreeg kwijtschelding maar ging meteen verder met zijn werk. Hij begon weer te drukken — dit keer een Nederlandse vertaling van gedeelten van Luthers „Nieuwe Testament”. Dit werk werd in 1523 gepubliceerd, slechts een jaar nadat Luthers „Nieuwe Testament” in het Duits was gepubliceerd.
Maar toen er in 1542 een groot aantal verboden boeken in zijn huis in Delft werd aangetroffen, werd Van Berghen opnieuw gearresteerd. Eerst legde een rechter hem een milde straf op — twee uur op het schavot met „enige van de verboden boeken om zijn hals”. Maar later werd Van Berghens straf omgezet in de doodstraf, en de moedige drukker werd met een zwaard onthoofd.
Een kanttekening kostte hem het leven
In die dagen was de productiefste drukker van Nederlandse bijbels Jakob van Liesvelt. Hij publiceerde in totaal achttien bijbeluitgaven in het Nederlands. In 1526 drukte hij een volledige Nederlandse bijbel. Die bijbel verscheen vier jaar eerder dan de eerste volledige gedrukte bijbel in het Frans en negen jaar voor de publicatie van de eerste volledige gedrukte bijbel in het Engels! Van Liesvelts bijbel was voornamelijk gebaseerd op Luthers toen nog onvoltooide Duitse bijbel.
Van Liesvelts laatste Nederlandse editie, van 1542, bevatte houtsneden en nieuwe kanttekeningen. Naast Mattheüs 4:3 bijvoorbeeld stelde een houtsnede de Duivel voor als een gebaarde monnik met een rozenkrans en bokkenpoten. Maar vooral de kanttekeningen wekten de woede op van de Katholieke Kerk. Eén kanttekening — die luidde „Zaligheid komt alleen door Jezus Christus” — werd gebruikt als basis om Van Liesvelt ter dood te veroordelen. Hoewel Van Liesvelt aanvoerde dat zijn bijbel was gedrukt met het kerkelijke imprimatur Cum gratia et privilegio, werd hij in 1545 in Antwerpen onthoofd.
Eerst goedgekeurd, later verboden
Ondertussen was in Frankrijk de bekende katholieke humanist Jacques Lefèvre d’Étaples bezig met het vertalen van de bijbel vanuit het Latijn in het Frans, hoewel hij ook de oorspronkelijke Griekse tekst raadpleegde. Lefèvre wilde de bijbel beschikbaar maken voor de gewone man. Hij schreef: „De tijd komt dat Christus op een zuivere manier gepredikt zal worden en niet vermengd met menselijke tradities, wat nu nog niet het geval is.” In 1523 publiceerde hij in Parijs een Franse vertaling van het „Nieuwe Testament”. De theologen van de gerenommeerde Sorbonne keurden zijn vertaling af omdat die in de landstaal was. Vanwege deze aanval moest Lefèvre Parijs ontvluchten en hij ging naar Straatsburg in het noordoosten van Frankrijk.
Als gevolg van deze tegenstand durfden drukkers in Frankrijk de bijbel niet meer in het Frans te drukken. Waar kon Lefèvre zijn bijbel dan laten drukken? Antwerpen was de logische keus. Lefèvres bijbeluitgave van 1530, gedrukt in Antwerpen door Merten de Keyser, was de eerste Franse vertaling van de bijbel in één deel. Het is interessant dat De Keyser deze vertaling drukte met de goedkeuring van de katholieke Universiteit van Leuven, de oudste universiteit van België, en de goedkeuring van keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk zelf! Toch werd de vertaling van Lefèvre in 1546 toegevoegd aan de lijst boeken die verboden waren voor katholieke lezers.
„De bisschop had de boeken . . . Tyndale had het geld”
In dezelfde periode wilde in Engeland de tot priester gewijde William Tyndale de bijbel in het Engels vertalen. Maar de bisschop van Londen, Cuthbert Tunstall, wees zijn verzoek af. Toen Tyndale besefte dat hij de bijbel niet in Engeland kon vertalen, vluchtte hij naar Duitsland. Uiteindelijk, in februari 1526, slaagde hij erin zijn eerste volledige Engelse vertaling van het „Nieuwe Testament” te laten drukken. Nog geen maand daarna doken de eerste exemplaren van deze vertaling al in Engeland op.
Bisschop Tunstall was echter vastbesloten te voorkomen dat het gewone volk de bijbel las. Daarom verbrandde hij elk exemplaar van Tyndales versie dat hij kon vinden. Toch bleven ze in omloop. Daarom regelde de bisschop, via een koopman die Packington heette, het zo dat hij Tyndales hele voorraad bijbels zou kopen voordat ze het vasteland verlieten en in Engeland terechtkwamen. Tyndale aanvaardde het aanbod en gebruikte het verdiende geld om zijn vertaling te verbeteren en een herziene editie te drukken. „En zo zorgde deze overeenkomst voor een vooruitgang”, zegt een bron uit die tijd. „De bisschop had de boeken, Packington had de
dankbetuigingen en Tyndale had het geld.” De bisschop van Londen financierde dus onbewust Tyndales werk, het vertalen van de bijbel!Tyndales connectie met Antwerpen
Maar zelfs nadat al deze exemplaren waren gekocht en verbrand, bleven er exemplaren van Tyndales „Nieuwe Testament” Engeland binnenstromen. Hoe was dat mogelijk? Twee koene drukkers in Antwerpen, Hans en Christopher van Ruremond, hadden verschillende clandestiene edities van Tyndales „Nieuwe Testament” gedrukt. Hoewel deze bijbels talloze typografische fouten bevatten, waren mensen in Engeland maar al te graag bereid ze te kopen.
In 1528 werd Hans echter in Londen gevangengenomen omdat hij 1500 exemplaren van Tyndales „Nieuwe Testament” had gedrukt en er 500 naar Engeland had gebracht. Hij stierf vermoedelijk in een Engelse gevangenis. In 1531 werd ook Hans’ broer Christopher in Engeland gevangengenomen voor het verkopen van het „Nieuwe Testament”. Ook Christopher stierf waarschijnlijk als een gevangene.
„Tyndales grootste monument” — Gedrukt in Antwerpen
Van 1529 tot 1535 bracht Tyndale de meeste tijd in Antwerpen door, waar de omgeving gunstiger was voor zijn werk. Daar drukte Merten de Keyser in 1530 Tyndales vertaling van de Pentateuch, waarin de naam Jehovah voor de eerste keer in het Engels voorkwam.
In mei 1535 werd Tyndale in Antwerpen gearresteerd. Terwijl hij in de gevangenis wegkwijnde, voltooide een van zijn leerlingen, Miles Coverdale, Tyndales vertaling van de Hebreeuwse Geschriften. Op 6 oktober 1536 werd Tyndale in Vilvoorde (België) aan een paal vastgebonden, gewurgd en verbrand. Zijn laatste woorden waren: „Heer, open de ogen van de koning van Engeland!”
Tyndales erfenis
Niet lang na Tyndales executie gaf koning Hendrik VIII van Engeland er toestemming voor dat er in kerken een bijbelvertaling kwam om te lezen. Die werd gedrukt door Matthias Crom, nog een Antwerpse drukker. Deze bijbel, algemeen bekend als Matthew’s Bible (genoemd naar Thomas Matthew), bestaat in wezen uit Tyndales vertaling. * Wat ironisch dat de bisschoppen nu de vertaling gebruikten die ze enkele jaren daarvoor hadden verbrand — de vertaling waarvoor Tyndale ter dood was gebracht!
Een groot deel van Tyndales vertaling is bewaard gebleven in de King James Version. Veel uitdrukkingen uit de King James Version die van invloed zijn geweest op de Engelse taal werden dus door Tyndale bedacht en oorspronkelijk in Antwerpen gedrukt. Volgens professor Latré is Tyndales invloed op de Engelse taal zelfs nog groter dan die van Shakespeare!
In de tweede helft van de zestiende eeuw raakte Antwerpen zijn klimaat van religieuze verdraagzaamheid en zijn positie als toevlucht voor bijbeldrukkers kwijt. Deze verandering werd voornamelijk veroorzaakt door de vervolging die werd ontketend door de Contrareformatie van de Katholieke Kerk. Maar het zijn grotendeels de moed en opofferingen van die vroege bijbeldrukkers in Antwerpen die ertoe hebben bijgedragen dat Gods Woord in deze tijd beschikbaar is voor bijbellezers over de hele wereld.
[Voetnoot]
^ ¶28 Thomas Matthew was waarschijnlijk een schuilnaam voor John Rogers, een vriend en medewerker van Tyndale.
[Illustraties op blz. 19]
Boven: Letterzetten met de hand; Maarten Luther vertaalt de bijbel; oude stadsplattegrond van Antwerpen
[Illustratie op blz. 20]
Jacob van Liesvelts boekenverkoop
[Illustraties op blz. 21]
Jacques Lefèvre d’Étaples en de titelpagina van zijn bijbeluitgave van 1530, gedrukt in Antwerpen
[Illustratie op blz. 21]
Openbare verbranding van Engelse bijbels in Londen
[Illustraties op blz. 22]
William Tyndale, een bladzijde uit zijn bijbel, en Miles Coverdale
[Illustratieverantwoording op blz. 20]
Page 19: Typesetter: Printer’s Ornaments/by Carol Belanger Grafton/Dover Publications, Inc.; Luther: From the book Bildersaal deutscher Geschichte; map: By courtesy of Museum Plantin-Moretus/Stedelijk Prentenkabinet Antwerpen; page 21: Portrait: From the book Histoire de la Bible en France; Bible page: © Cliché Bibliothèque nationale de France, Paris; burning Bibles: From the book The Parallel Bible, The Holy Bible, 1885; page 22: Tyndale: From the book The Evolution of the English Bible; Coverdale: From the book Our English Bible: Its Translations and Translators