Troost voor de treurenden
Troost voor de treurenden
DE TERRORISTISCHE aanslagen die op 11 september 2001 in New York en Washington D.C. plaatsvonden, hebben overal ter wereld afschuw gewekt. Op één dag verloren duizenden mensen het leven, onder wie honderden moedige brandweerlieden, politieagenten en paramedici.
Sinds die gebeurtenis hebben Jehovah’s Getuigen een doelbewuste poging gedaan om degenen die dierbaren bij de tragedie verloren hebben te troosten. Ze hebben dat gedaan om „de gebrokenen van hart te verbinden” en „alle treurenden te troosten”. — Jesaja 61:1, 2.
In de loop van de jaren hebben Jehovah’s Getuigen gemerkt dat mensen die dierbaren in de dood verliezen, vaak nadenken over de onderstaande vragen. De antwoorden staan in de bijbel. Neem de moeite eens om de schriftuurlijke verwijzingen hieronder in uw eigen exemplaar van de bijbel op te slaan.
Is iemands dood voorbestemd?
In Prediker 9:11 vermeldt de bijbel dat „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” („toeval”, Willibrordvertaling) de hele mensheid treffen. Indien de dood voorbestemd is, waarom moedigt de bijbel ons dan aan veiligheidsmaatregelen te nemen? — Zie bijvoorbeeld Deuteronomium 22:8.
Waarom sterven we?
Het eerste mensenpaar, Adam en Eva, werd in een aards paradijs geplaatst. Zouden ze gehoorzaam zijn gebleven, dan zouden ze niet gestorven zijn. De dood zou slechts het gevolg zijn van ongehoorzaamheid aan God (Genesis 1:28; 2:15-17). Helaas waren Adam en Eva hun Schepper ongehoorzaam, met als gevolg dat ze de daarop staande straf ondergingen — de dood. Omdat alle mensen van Adam en Eva afstammen, heeft iedereen zonde en dood geërfd. De bijbel legt uit: ’Door één mens [Adam] is de zonde de wereld binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid.’ — Romeinen 5:12.
Wat is de toestand van de doden?
Nadat Adam in opstand was gekomen, zei God: ’Gij zult tot de aardbodem terugkeren, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren’ (Genesis 3:19). De dood is dan ook een toestand waarin men zich totaal van niets bewust is — een toestand van niet-bestaan in feite. De bijbel verklaart: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). De bijbel zegt ook dat wanneer iemand sterft, ’hij terugkeert naar zijn grond; waarlijk, op die dag vergaan zijn gedachten’. — Psalm 146:3, 4.
Hebben we geen ziel die na de dood voortleeft?
De bijbel leert duidelijk dat de ziel geen abstract iets is dat na de dood voortleeft maar gewoon de persoon zelf (Genesis 2:7; Spreuken 2:10; Jeremia 2:34). Daarom kunnen we zeggen dat wanneer iemand sterft, er een ziel is gestorven. De bijbel verklaart duidelijk: „De ziel [dat wil zeggen, de mens] die zondigt . . . zal sterven.” — Ezechiël 18:4.
Welke hoop is er voor hen die gestorven zijn?
De bijbel onthult dat het in Gods bedoeling ligt de doden weer tot leven te brengen door middel van een opstanding op een paradijselijke aarde, waar geen ziekte en dood meer zullen zijn. Jezus zei: „Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” — Johannes 5:28, 29; Openbaring 21:1-4.
Toen Jezus over zijn recent overleden vriend Lazarus sprak, vergeleek hij de dood met een slaap (Johannes 11:11-13). Bovendien zei Lazarus, nadat Jezus hem had opgewekt, niets over een verblijf in een plaats van pijniging of een plaats van gelukzaligheid in de korte periode dat hij dood was geweest (Johannes 11:37-44). Dat is begrijpelijk, want de doden zijn zich van niets bewust. Ze lijden niet maar moeten wachten op het „uur” dat ze uit de doden opgewekt zullen worden. Uit het feit dat Jezus Lazarus uit de dood opwekte, blijkt bovenal dat de doden opnieuw kunnen leven. Door dit wonder toonde Jezus in feite op kleine schaal wat er onder de heerschappij van Gods koninkrijk op aarde zal gebeuren (Handelingen 24:15). Wat een troost is dat voor degenen die in deze woelige tijd hun dierbaren in de dood verliezen!