Griekenland steunt religieuze rechten
Griekenland steunt religieuze rechten
VOOR DE EERSTE KEER gaf de Griekse regering Jehovah’s Getuigen vorig jaar toestemming voor het gebruik van een van haar mooiste sportaccommodaties voor een groot congres. Het ging om de overdekte Olympic Sportshall, met zo’n 20.000 zitplaatsen. Deze airconditioned arena maakt deel uit van het complex dat tijdens de Olympische Spelen van 2004 in Athene gebruikt zal worden.
Veelzeggend is dat de Getuigen in 1963 en 1988 afspraken hadden gemaakt voor het gebruik van grote sportaccommodaties in Athene voor hun congressen, maar dat de autoriteiten beide keren bezweken voor dreigementen van de Grieks-Orthodoxe Kerk en weigerden ze door de Getuigen te laten gebruiken.
Een andere uitkomst
In februari 2001 dienden de Getuigen een verzoek in voor het gebruik van de Olympic Sportshall — een van de weinige overdekte accommodaties die groot genoeg zijn om plaats te bieden aan hun aantallen. Maar ze vroegen zich af of de geschiedenis zich zou herhalen. Zoals gevreesd was de aanvankelijke reactie van de autoriteiten negatief.
Onmiddellijk echter werden hoge functionarissen benaderd die de reputatie hebben eerlijk en onbevooroordeeld te zijn. Zouden zij bereid zijn de constitutionele rechten op aanbidding en vreedzame vergadering hoog te houden? Zouden zij religieuze druk trotseren? Inderdaad, en de afwijzing werd door een nieuwe beslissing tenietgedaan. Nu konden de Getuigen hun congres in de Sportshall plannen op 27–29 juli 2001.
Gelijktijdig verleenden de autoriteiten de Getuigen toestemming om nog een door de overheid beheerde, overdekte sportaccommodatie te gebruiken, namelijk het Palais de Sport in Thessaloníke.
Intense druk tevergeefs
Toen de openingsdag van het congres in Athene naderde, vroegen de Getuigen zich nog steeds ietwat onrustig af: Zouden de autoriteiten zich ondanks de druk van de orthodoxe geestelijkheid aan hun toezegging houden? En zouden de Getuigen van hun bijeenkomst kunnen genieten zonder lastig gevallen te worden door wetteloze elementen?
De Orthodoxe Kerk liet niet na haar eeuwenoude tactiek toe te passen en probeerde haar invloed aan te wenden om het congres te verstoren. TV-stations onthulden dat orthodoxe geestelijken hadden geëist dat er geen melding van het congres werd gemaakt. Uiteindelijk bleken de pogingen van de kerk echter tevergeefs.
De ironie wil dat de Orthodoxe Kerk de Getuigen ervan heeft beschuldigd een gesloten, geheimzinnige religie te zijn. Maar in feite probeerde juist de kerk te voorkomen dat het publiek hoorde wat er in de Sportshall gebeurde. Gelukkig bezweken onvervaarde verslaggevers van de media niet voor de druk van de geestelijkheid. Ze brachten uitgebreid en eerlijk verslag uit van het congres.
Bovendien informeerden ook duizenden afgevaardigden het publiek over het congres en praatten ze met hen over hun geloof. Overal waar de afgevaardigden kwamen, waren ze te herkennen aan hun gele badges. Veel mensen die geen Jehovah’s Getuigen waren, werden voor het congres uitgenodigd en gaven gehoor aan die uitnodiging, zodat het aantal aanwezigen in de Sportshall op de laatste dag de 15.760 bereikte. De laatste twee weekends van juli bedroeg het gecombineerde aantal aanwezigen in het Palais de Sport in Thessaloníke 13.173.
Waarnemers onder de indruk
Toen een leger van 2604 vrijwilligers — allemaal Jehovah’s Getuigen — de Sportshall binnendromde om schoon te maken, te schilderen en voorbereidingen voor het congres te treffen, zeiden beheerders van de arena: „We hebben hier met eigen ogen iets te zien gekregen wat in dit gebouw nog nooit is gebeurd.” Eén persoon merkte op: „Jullie moeten deze accommodatie elk jaar maar gebruiken; dan krijgt ze tenminste een totale opknapbeurt.”
Andreas Vardakis, directeur public affairs van de Sportshall, was onder de indruk. „Jullie hebben dit gebouw verfraaid”, zei hij. „Wij hebben wel het personeel om de zaak te runnen, maar jullie deelname was de katalysator die het welslagen van dit congres heeft bewerkt.”
Tijdens het congres zei een commissaris van politie die besefte dat hij geen mannen hoefde te sturen om de vreedzame menigte te beteugelen enthousiast: „Zo’n beleefdheid en ordelijkheid heb ik nog nooit gezien!”
Een hoogtepunt van het congres
In de slotlezing van het congres werd bekendgemaakt dat het Griekse ministerie van Onderwijs en Religie Jehovah’s Getuigen had erkend als „een bekende religie”. Bovendien had het ministerie het landelijke hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Athene officieel erkend. In het regeringsdocument stond onder meer:
„[De] christelijke Getuigen van Jehovah worden door de regering als een bekende religie beschouwd . . . met alle wettelijke consequenties die daaruit voortvloeien. Het genoemde artikel van de Grondwet beschermt de vrijheid van aanbidding, de methode en middelen die bij de godsdienstbeoefening worden gebruikt, en de vrije keuze inzake de wijze van bestuur en organisatie van elke kerk of religieuze bijeenkomst. Deze bescherming strekt zich duidelijk uit tot de panden en faciliteiten van de organisatie in Marousi [het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen als] een heilige en gewijde plaats, opgedragen aan de aanbidding van God. Die faciliteiten dragen de naam Bethel, d.w.z. ’Huis van God’.”
Deze ontwikkelingen stemmen Jehovah’s Getuigen en ieder ander die een voorstander is van vrijheid van godsdienst dankbaar. Ze bidden of het resultaat mag zijn dat mensen een „kalm en rustig” christelijk leven kunnen blijven leiden, „met volledige godvruchtige toewijding en ernst”. — 1 Timotheüs 2:1, 2.
[Illustraties op blz. 10]
Getuigen bijeen in de Olympic Sportshall
[Verantwoording]
Harry Bilios