Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waar is al het water gebleven?

Waar is al het water gebleven?

Waar is al het water gebleven?

Cherrapunji in India is een van de natste plekken op aarde. Tijdens de natte moesson valt daar in de heuvels, die aan de voet van de Himalaja liggen, 9000 millimeter regen. Maar hoe ongelooflijk het ook mag lijken, Cherrapunji heeft ook te kampen met waterschaarste.

OMDAT er weinig vegetatie over is om het water vast te houden, stroomt het bijna net zo vlug weg als het uit de hemel valt. Twee maanden nadat de moessonregens voorbij zijn, wordt het water schaars. Jaren geleden beschreef Robin Clarke Cherrapunji in zijn boek Water: The International Crisis als „de natste woestijn op aarde”. *

Niet ver stroomafwaarts van Cherrapunji ligt Bangladesh, een dichtbevolkt, laag gelegen land dat het meest te lijden heeft van het moessonwater dat van de ontboste hellingen van India en Nepal naar beneden raast. Er zijn jaren dat twee derde van Bangladesh overstroomd wordt. Maar wanneer het water eenmaal gaat zakken, neemt de Ganges af tot een smal stroompje en droogt het land uit. Ruim 100 miljoen mensen in Bangladesh hebben te kampen met deze wrede, jaarlijkse cyclus van overstromingen en droogte. Wat de zaak nog erger maakt, is dat het bronwater er verontreinigd is door arsenicum, waardoor misschien al miljoenen mensen vergiftigd zijn.

In Noekoes in Oezbekistan, niet ver van het Aralmeer, is niet arsenicum maar zout het probleem. Witte zoutkorsten omhullen de katoenplanten en belemmeren hun groei. Het zout komt aan de oppervlakte uit de met water doordrenkte ondergrond. Dit probleem, verzilting genaamd, is niet nieuw. De Mesopotamische landbouw raakte 4000 jaar geleden in verval door precies dezelfde oorzaak. Te veel irrigatie gepaard met een slechte drainage is er de oorzaak van dat zouten in de bodem zich aan de oppervlakte ophopen. Om een behoorlijke oogst te krijgen moet er steeds meer zoet water worden gebruikt. Maar uiteindelijk wordt de bodem onbruikbaar — generaties lang.

Waar gaat al het water heen?

Helaas valt een groot deel van de regen neer in de vorm van hevige stortbuien. Die veroorzaken niet alleen overstromingen maar leiden er ook toe dat het water snel van het land de zee in stroomt. En sommige plaatsen krijgen veel regen, terwijl andere weinig krijgen. Van Cherrapunji is bekend dat daar in één periode van twaalf maanden meer dan 26.000 millimeter regen werd gemeten, terwijl het in de Atacamawoestijn in Noord-Chili soms verscheidene jaren achtereen nauwelijks regent.

Bovendien wonen de meeste mensen op onze planeet in streken waar niet volop water is. Betrekkelijk weinig mensen bijvoorbeeld wonen in de tropische gebieden van Afrika en Zuid-Amerika, waar het flink regent. De hoeveelheid water die de machtige Amazone in de Atlantische Oceaan loost, bedraagt vijftien procent van de jaarlijkse mondiale afspoeling, maar aangezien dat gebied dunbevolkt is, is er heel weinig water nodig voor menselijke consumptie. Daar staat tegenover dat er zo’n zestig miljoen mensen in Egypte wonen, waar de regenval minimaal is en in bijna hun hele waterbehoefte moet worden voorzien door de uitgeputte Nijl.

Jaren geleden veroorzaakten zulke opmerkelijke verschillen in de watervoorziening geen ernstige problemen. Volgens een rapport kampte in 1950 geen enkel gebied op aarde met een zeer geringe of uiterst geringe watervoorraad. Maar die tijden van water in overvloed zijn voorbij. In droge gebieden van Noord-Afrika en Centraal-Azië is de beschikbare hoeveelheid water per persoon gedaald tot een tiende van wat het in 1950 was.

Niet alleen de bevolkingsaanwas en de geringe regenval in veel dichtbevolkte streken zijn de oorzaken van de toegenomen vraag naar water. In de huidige wereld hangen vooruitgang en welvaart nauw samen met een betrouwbare watervoorziening.

De groeiende vraag naar water

Woont u in een geïndustrialiseerd land, dan hebt u ongetwijfeld opgemerkt dat fabrieken bij elkaar aan belangrijke rivieren liggen. De reden is simpel. De industrie heeft water nodig voor de productie van vrijwel alles, van computers tot paperclips. Voor voedselverwerking is ook een verbazingwekkende hoeveelheid water nodig. Krachtcentrales hebben een onverzadigbare behoefte aan water en liggen aan meren of rivieren.

De behoefte aan water in de landbouw is nog groter. Op veel plaatsen is de regenval óf te gering óf te onbetrouwbaar om een goede oogst te garanderen en dus leek irrigatie de ideale oplossing voor het voeden van een hongerige planeet. Als gevolg van de afhankelijkheid van bevloeide gewassen gebruikt de landbouw een groot deel van de zoetwatervoorraad van onze planeet.

Bovendien is de huishoudelijke waterconsumptie toegenomen. In de jaren ’90 hadden een verbijsterende 900 miljoen nieuwe stadsbewoners behoorlijke sanitaire voorzieningen en toegang tot veilig water nodig. De traditionele waterbronnen, zoals rivieren en putten, zijn voor grote steden niet langer voldoende. Mexico-Stad bijvoorbeeld moet nu via pijpleidingen water van 125 kilometer ver laten komen en het over een bergketen pompen die 1200 meter boven de hoogte van de stad uit rijst. De situatie, aldus Dieter Kraemer in zijn rapport Water: The Life-Giving Source, heeft „iets van een octopus; er gaan armen van de stad uit in een poging water te bemachtigen”.

De industrie, de landbouw en stedelijke regio’s hebben dus allemaal dringend behoefte aan meer water. En aan veel van hun behoeften is, voorlopig, voldaan door de reserves van de planeet aan te spreken — het grondwater. Aquifers behoren tot de voornaamste zoetwatervoorraden van de aarde. Maar ze zijn niet onuitputtelijk. Zulke waterlagen zijn als geld op de bank. Je kunt het niet blijven opnemen als je weinig deponeert. Vroeg of laat komt de dag van de afrekening.

Gebruik en misbruik van grondwater

Grondwater is de watervoorraad die we aanboren wanneer we een put graven. In een rapport van UNICEF over grondwater als onzichtbare en bedreigde hulpbron wordt berekend dat de helft van het water dat voor huishoudelijke doeleinden en voor het bevloeien van gewassen wordt gebruikt, uit deze bron komt. Omdat grondwater meestal minder verontreinigd is dan oppervlaktewater, voorziet het ook grotendeels in ons drinkwater, zowel in de steden als op het platteland. Zou er niet te veel afgetapt worden, dan zouden de grondwatervoorraden constant blijven, daar ze regelmatig worden aangevuld door regen die langzaam naar deze ondergrondse reservoirs sijpelt. Maar al decennia lang tapt de mensheid veel meer water af dan door de natuurlijke waterkringloop vervangen kan worden.

Het gevolg is dat het grondwaterniveau verder van de oppervlakte komt te liggen en het óf oneconomisch óf ondoenlijk wordt diep genoeg te graven om het te bereiken. Wanneer de bron droog komt te staan, is een economische en humanitaire ramp het gevolg. In India beginnen zich al zulke tragedies voor te doen. Omdat het voedsel voor een miljard mensen die op de centrale vlakten van China en India wonen afhankelijk is van ondergronds opgeslagen water, zijn de vooruitzichten alarmerend.

De uitputting van de grondwatervoorraden wordt verder verergerd door verontreiniging. Kunstmest, menselijke en dierlijke uitwerpselen en industriële chemicaliën komen allemaal in het grondwater terecht. „Wanneer een aquifer eenmaal verontreinigd is, kunnen maatregelen om dat te verhelpen langdurig en kostbaar, zelfs onmogelijk zijn”, wordt in een door de Wereld Meteorologische Organisatie gepubliceerd rapport verklaard. „Het geleidelijk binnendringen van verontreinigende stoffen is wel een ’chemische tijdbom’ genoemd. Het bedreigt de mensheid.”

Het meest ironische is nog dat water dat uit de ondergrondse aquifers wordt opgepompt, ten slotte het land dat het moet bevloeien wel eens zou kunnen bederven. In de aride of semi-aride landen van de wereld is veel van het bevloeide land nu aangetast door verzilting. In India en de Verenigde Staten — twee van de voornaamste voedselproducerende landen van de wereld — heeft 25 procent van het bevloeide land al ernstige schade opgelopen.

Wie zuinig is, zal geen gebrek lijden

Ondanks al deze problemen zou de situatie niet zo somber zijn als er zorgvuldiger met het kostbare water op aarde werd omgegaan. Door inefficiënte irrigatiemethoden wordt vaak zestig procent van het water verspild voordat het de gewassen bereikt. Door grotere efficiëntie — met gebruikmaking van de beschikbare technologie — zou het industriële waterverbruik met de helft verminderd kunnen worden. En zelfs het watergebruik in de steden zou met dertig procent omlaaggebracht kunnen worden als gebroken leidingen snel werden gerepareerd.

Voor maatregelen om water te besparen, moet er zowel een wil als een weg zijn. Zijn er deugdelijke redenen om te geloven dat het kostbare water op onze planeet voor toekomstige generaties behouden zal blijven? In ons laatste artikel wordt op die vraag ingegaan.

[Voetnoot]

[Kader/Illustratie op blz. 7]

WATER HOUDT DE WERELD DRAAIENDE

Bij vrijwel alle industriële processen worden grote hoeveelheden water verbruikt.

▪ De productie van een ton staal kan 280 ton water vergen.

▪ Voor de vervaardiging van een kilo papier kan wel 700 liter water nodig zijn (als de fabriek het water niet hergebruikt).

▪ Voor de productie van een auto gebruikt de fabrikant 50 maal het gewicht van de auto aan water.

Ook agrarische bedrijven hebben vaak veel water nodig, vooral voor het fokken van dieren in semi-aride gebieden.

▪ Voor de productie van een kilo biefstuk van Californisch rundvee is 20.500 liter water nodig.

▪ Het schoonmaken en invriezen van één kip kost minstens 26 liter water.

[Grafiek/Illustraties op blz. 8]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

WAAR WORDT HET WATER GEBRUIKT?

landbouw en veeteelt 65%

industrie 25%

huishoudens 10%

[Illustraties op blz. 9]

Miljoenen liters water worden verspild doordat waterleidingbuizen breken en kranen niet dichtgedraaid worden

[Verantwoording]

AP Photo/Richard Drew