Een baby grootbrengen in de natuur
Een baby grootbrengen in de natuur
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN KENIA
OP DE uitgestrekte grasvlakten van Afrika wordt een baby geboren. In het vroege ochtendlicht valt hij met een plof op de grond. Voorzichtig pakt de moeder haar natte, glimmende pasgeboren kind op en zet hem op zijn wankele voeten. Andere moeders en zussen komen aangerend om de baby eens goed te bekijken, aan te raken en te besnuffelen. Met zijn gewicht van 120 kilo en hoogte van bijna een meter veroorzaakt een olifantenkalf veel opwinding bij andere leden van de kudde.
Duizenden kilometers verderop, in Amerika, hangt aan een boomtak een miniatuurnestje ter grootte van een vingerhoed. Hier zorgt een paartje bijkolibries, niet groter dan vliegende insecten, voor twee jongen. De kleurige vogeltjes kunnen met ontzagwekkende snelheden vliegen. Als dappere ouders zullen ze grote dieren en zelfs mensen die dicht bij hun jongen komen, proberen weg te jagen.
Iedereen vindt jonge dieren leuk. Kinderen vinden de geboorte van jonge hondjes fascinerend. Wie ziet niet graag de speelse capriolen van een jong poesje, of een vertederend aapje dat zich aan zijn moeders vacht vasthoudt, of een jong uiltje dat uit zijn veilige nest met grote ogen de wereld in staart?
Dierenbaby’s zijn niet altijd zo hulpeloos als een mensenbaby. Sommige worden geboren met het vermogen te rennen zodra hun pootjes de grond raken. Andere worden helemaal aan hun lot overgelaten en moeten zichzelf maar zien te redden. Maar voor veel jonge dieren en insecten is overleving afhankelijk van ouderlijke verzorging, bescherming, voeding, opleiding en zorg die voortvloeien uit een nauwe band tussen ouders en jongen.
Verrassend goede verzorgers
De meeste insecten, vissen, amfibieën en reptielen hebben weinig belangstelling voor het welzijn van hun jongen. Maar er zijn enkele opvallende uitzonderingen. Een dier waarvan je nooit zou verwachten dat hij een goede verzorger is, is de geduchte nijlkrokodil. Dit koudbloedige reptiel toont een opmerkelijke ouderlijke zorg. Nadat de eieren gelegd zijn in het warme zand, blijven de ouders in de buurt om hun toekomstige nageslacht te beschermen. Wanneer de krokodilletjes op het punt staan uit het ei te komen, beginnen ze te knorren — het signaal voor moeder om de eieren op te graven. Later neemt ze de pas uitgekomen jongen voorzichtig tussen haar krachtige kaken en draagt ze naar de rand van het water om het zand van ze af te wassen. Het is bekend dat soms ook de vaderkrokodil de pas uitgekomen jongen mee naar het water neemt om ze te wassen. De eerste paar dagen blijven de baby’s in het water dicht bij hun moeder en volgen haar als jonge eendjes. Zo trekken ze voordeel van haar ontzagwekkende kracht om ze te beschermen.
Verrassend genoeg zijn sommige vissen ook heel goede ouders. De meeste cichliden (dit zijn zoetwatervissen) bewaren hun pasgelegde eitjes veilig in hun bek. Eenmaal uitgekomen zwemmen de jongen vrij rond maar blijven dicht bij hun ouders. Bij gevaar doet de oudervis zijn of haar bek wijd open, zodat de kleintjes naar binnen kunnen schieten om zich er te verbergen. Wanneer het gevaar geweken is, komen de jongen weer te voorschijn en gaan verder met hun normale bezigheden.
Mieren, bijen en termieten vertonen ook een opvallende neiging hun jongen te verzorgen en te beschermen. Ze staan bekend als sociale insecten die in kolonies leven, een beschutte plek voor hun eitjes creëren en voedsel voor hun jongen verschaffen. De honingbij is hiervan een bekend voorbeeld. Duizenden van deze bezige bijen werken samen om de jongen in de bijenkorf te verzorgen. Door instinctieve wijsheid kunnen ze de verblijfplaats van de kleintjes niet alleen bouwen, repareren en schoonhouden maar zelfs de temperatuur en de luchtvochtigheid ervan regelen.
Gevleugeld ouderschap
De meeste vogels zijn heel goede ouders, die er enorme hoeveelheden tijd en energie aan besteden om een plek voor hun nest uit te kiezen, het nest te bouwen en hun jongen groot te brengen. Men heeft een paartje Afrikaanse neushoornvogels waargenomen waarvan het toegewijde mannetje tijdens de 120 dagen durende broedperiode meer dan 1600 keer zijn nest bezocht en het wijfje zo’n 24.000 vruchtjes bezorgde!
Nog een betrouwbare verzorger is de reuzenalbatros. Een van de ouders vliegt letterlijk duizenden
kilometers op zoek naar voedsel terwijl de trouwe partner op het nest geduldig de terugkomst van de ander afwacht.In woestijngebieden gebruiken sommige vogels een doeltreffende methode om de dorst van hun jongen te lessen. Ze vliegen naar een waterpoel, dompelen hun borstveren onder en gaan dan terug naar het nest, waar de kuikens het vocht uit hun veren drinken.
Wanneer het voeden van de vele bekjes een te grote belasting wordt, roepen sommige vogelsoorten de hulp in van andere vogels als „oppas” voor hun jongen. Deze helpers zijn doorgaans volwassen jongen van de ouders die bereid zijn te assisteren bij het voeden en beschermen van de kleintjes.
Ouderlijke bescherming
Babyvogeltjes beschermen is ook een voltijdbaan. Tijdens een stortbui bedekken de ouders het nest vaak met hun uitgespreide vleugels en houden zo hun jongen warm en droog. Spreeuwen zijn heel goed in de huishouding. Om het nest tegen luizen en vlooien te beschermen, verzamelen deze vindingrijke vogels materiaal van bepaalde giftige planten en brengen dat in en rond het nest aan. Dit fungeert als een insecticide dat de schadelijke insecten doodt of afschrikt.
Een moederhoutsnip toont zich bijzonder vindingrijk bij het beschermen van haar kroost. Wanneer er gevaar dreigt, pakt ze haar jong stevig tussen haar poten en haar lijf, spreidt haar vleugels en vliegt gewoon met haar kostbare vrachtje weg naar een veiliger plek. Sommige dappere ouders doen slim alsof ze gewond zijn om een vijand af te leiden zodat die niet bij hun jongen komt. Fladderend over de grond alsof ze gewond is, lokt de moeder de vijand van het nest weg. Maar zodra het gevaar geweken is, beëindigt ze de komedie en vliegt ze weg naar een veilig plekje. Vogels die op de grond nestelen, bootsen soms geluiden na om vijanden af te schrikken. Het Noord-Amerikaanse konijnuiltje sist als een slang wanneer er een indringer in zijn hol komt. De vroege kolonisten waren ervan overtuigd dat de uiltjes hun hol deelden met ratelslangen, en ze bleven er uit de buurt!
Moederlijke zoogdieren
In het dierenrijk bereikt ouderlijke zorg haar hoogste niveau onder zoogdieren. Olifantenmoeders zijn aan hun jongen verknocht, en die nauwe band kan wel vijftig jaar standhouden. Het kalf is erg afhankelijk van zijn moeder. Met haar reusachtige lijf beschut de moeder het kalf tegen de hete zon, ze zoogt het liefdevol en staat toe dat het met zijn miniatuurslurfje omhoog reikt om wat stukjes groenvoer uit haar bek te plukken. Ze wast de baby geregeld door water over zijn rug te spuiten en hem met haar slurf te schrobben. Een olifantenbaby grootbrengen is een familieaangelegenheid, want andere wijfjes in de kudde spelen een belangrijke rol bij het voeren, onderwijzen en beschermen van de jongen binnen de kudde.
Bij een ander groot zoogdier, het nijlpaard, wordt het jong soms onder
water geboren. Jongen zijn heel goed in staat zelfs volledig onder water bij hun moeder te drinken, vervolgens even boven te komen voor lucht en dan weer onder te duiken om verder te drinken. Het moedernijlpaard beschermt haar pasgeboren jong heel fel.Groene meerkatten zijn ook goede moeders. Tijdens de eerste uren na de bevalling houdt de moeder haar baby stevig vast, waarbij ze steeds zeker één arm om zijn nek of schouders geslagen heeft. De eerste week klampt de baby zich het grootste deel van de tijd instinctief aan de vacht van zijn moeder vast. Soms staat de moeder toe dat de baby wordt vastgehouden door andere vrouwtjes, die het pasgeboren schatje aanraken en knuffelen, zijn vacht vlooien en met hem spelen.
Inderdaad, veel dieren zijn „instinctief wijs” en vertonen een opmerkelijke aanleg voor de verzorging van hun jongen (Spreuken 30:24-28). Hun vermogen om een behoefte te onderscheiden of een situatie in te schatten en er op een intelligente manier op te reageren zou nooit het gevolg kunnen zijn van blind toeval. Het is het gevolg van intelligent ontwerp uit een intelligente bron — de Schepper van alle dingen, Jehovah God. — Psalm 104:24.
[Illustratie op blz. 15]
Jonge uilen
[Illustratie op blz. 16]
Cichliden bewaren hun eitjes in hun bek
[Verantwoording]
Courtesy LSU Agricultural Center
[Illustraties op blz. 16]
Krokodillen dragen hun jongen
[Verantwoording]
© Adam Britton, http://crocodilian.com
[Illustratie op blz. 17]
Albatros met jong
[Illustratie op blz. 17]
Neushoornvogel
[Illustratie op blz. 17]
Spreeuw
[Illustratie op blz. 17]
Houtsnip
[Illustraties op blz. 18]
Moedernijlpaarden zijn heel beschermend
[Verantwoording]
© Joe McDonald
[Illustratie op blz. 18]
Moederbavianen vlooien hun jongen
[Illustratie op blz. 18]
Groene meerkatten
[Verantwoording]
© Joe McDonald