De prachtige quetzal
De prachtige quetzal
DOOR ONTWAAKT!-CORRESPONDENT IN COSTA RICA
COSTA RICA beslaat nog geen 0,03 procent van het aardoppervlak en is toch de habitat van zo’n 875 geregistreerde soorten vogels. Volgens één bron is dat meer dan het aantal dat in Canada en de Verenigde Staten samen wordt aangetroffen. Het is dan ook geen wonder dat Costa Rica een van de voornaamste bestemmingen voor vogelaars is. Vergezel ons op onze reis op zoek naar een van deze vogels, de prachtige quetzal.
Begin zestiende eeuw arriveerde de Spaanse veroveraar Hernán Cortés in Mexico. Daar ontving hij van de Azteken als geschenk een hoofdtooi van quetzalveren. Alleen Azteekse vorsten hadden het voorrecht zo’n fel begeerde tooi te dragen. De smaragdgroene veren van de quetzal werden misschien wel waardevoller geacht dan goud.
Tegenwoordig heeft deze buitengewoon mooie vogel als habitat een enorm gebied dat zich van Mexico tot Panama uitstrekt. De quetzal wordt aangetroffen in nevelwouden op een hoogte van 1200 tot 3000 meter. De nevels in deze wouden worden gevormd door de snelle afkoeling van opstijgende warme lucht. Het gevolg is dat er het hele jaar door een weelderige vegetatie in allerlei kleuren groen is met reusachtige bomen die zich wel dertig meter of meer in de mist verheffen.
Bijna 200 kilometer ten noorden van San José ligt het bosreservaat Santa Elena — een goede locatie om
de quetzal in zijn natuurlijke omgeving te observeren. Met de hulp van een gids beginnen wij onze speurtocht om zo’n prachtige quetzal waar te nemen. Vanwege zijn smaragdgroene kleur is de vogel moeilijk te zien, daar hij één geheel vormt met het gebladerte van het woud. Onze gids begint de zachte, droeve roep van de quetzal na te bootsen. Het geluid lijkt op het zachte gejank van een jong hondje. Wanneer het antwoord van de quetzal weerklinkt, denkt een vrouw in onze groep zelfs dat er een hondje in het bos verdwaald is!Zo’n vijftien meter boven ons komt al gauw een mannetje schuchter op een tak een onderzoek instellen. Door een verrekijker lijken zijn schitterende kleuren nog spectaculairder dan wij ons hadden voorgesteld. Zijn borst heeft een diepe karmozijnrode kleur die afsteekt bij zijn smaragdgroene veren. Zijn witte staartveren, afstekend bij de twee iriserende groene lange staartveren, vergroten zijn luister. De beide lange staartveren zijn zo’n zestig centimeter lang. De quetzal hoog op een tak te zien zitten met die lange wimpels zachtjes heen en weer bewegend in de wind, is een schouwspel van serene schoonheid.
Een waarneming van een quetzal is een unieke ervaring. Onze gids zei zelfs dat men vaak meermalen het bos in moet om er één te zien. De beste tijd om quetzals waar te nemen is in hun broedseizoen, dat van maart tot juni loopt. In deze periode kunnen ze wel twee broedsels van elk twee eieren hebben.
Wanneer wij bij het reservaatkantoor terugkomen, horen wij nog een quetzal. Na een gracieuze zweefvlucht met zijn groene wimpels als een sleep achter zich aan komt hij nog geen vijf meter bij ons vandaan op een tak zitten! De gids vertelt ons dat er een kuiken uit het nest is verdwenen. De vader gaat van tak naar tak, op zoek naar zijn kroost. Wij krijgen te horen dat maar zo’n 25 procent van de eieren en de eruit voortkomende kuikens in leven blijft en volwassen wordt. De rest valt ten prooi aan predators zoals eekhoorns, smaragdarassari’s, bruine gaaien, wezels en tayra’s. Nog een probleem voor het overleven van de quetzals is de locatie van hun nesten — een soort spechtenholen die quetzals zo’n drie tot twintig meter boven de grond in oude, vermolmde boomstammen maken. Bij zware regen kunnen de holen vollopen of bezwijken.
Wij vernemen ook dat het lievelingsvoedsel van de quetzal de wilde avocado is. Hij zit vaak op een tak te loeren naar een avocado die in een naburige boom aan een tak bungelt. Dan schiet hij met een werveling van vleugelslagen op zijn doel af, grijpt de vrucht in zijn snavel en keert terug naar zijn tak. Hij werkt de vrucht in zijn geheel naar binnen en braakt ongeveer twintig tot dertig minuten later de grote pit van de avocado weer uit.
Op zoek naar wilde avocado’s trekken quetzals naar verschillende kanten van de centrale bergketen. Van juli tot september verblijven ze bijvoorbeeld aan de kant van de Grote Oceaan. Daarna trekken ze in oktober naar de Caribische kant om zich te voeden met een nieuwe avocado-oogst.
Wanneer wij een brug oversteken die ongeveer dertig meter boven de bodem van het bos hangt, vliegt een quetzal bijna tegen ons aan! Deze vogel zat kennelijk achter zijn lunch aan toen wij zijn pad kruisten. Het vrouwtje zit vlak boven ons en kijkt ons binnendringers berispend aan.
Ons wordt ook verteld dat er nog een vrucht is waar quetzals van houden — de braam, die aan doornstruiken groeit. Wanneer ze zich op de vrucht storten, raken hun wimpels soms verstrikt in de dorens en verliezen ze die. Maar mettertijd groeien hun staartveren weer aan.
De vogel kan zo zijn naam weer eer aandoen. „Quetzal” is afgeleid van het Azteekse woord quetzalli dat „kostbaar” of „mooi” betekent. Helaas vormt de schoonheid van de quetzal een bedreiging voor zijn overleving. De quetzal staat zelfs op de lijst van bedreigde diersoorten. Ze zijn bejaagd om hun verenkleed, dat als souvenir verkocht is. Enkele vogels zijn levend gevangen om als huisdier verkocht te worden. Maar volgens onze gids geniet de quetzal nu enige wettelijke bescherming tegen zulke plundering.
Nog een bedreiging voor zijn overleving is ontbossing, waardoor zijn habitat verloren gaat. Ter bescherming van deze luisterrijke vogel en andere dieren is ongeveer 27 procent van Costa Rica tot natuurreservaat verklaard.
Onze reis om de quetzal te zien is echt de moeite waard geweest. Toegegeven, u kunt de hoofdtooi van quetzalveren die aan Hernán Cortés werd gegeven in het Londense British Museum bezichtigen. Maar het is veel interessanter quetzalveren aan een levende vogel in het wild te zien! Quetzals in het wild genieten, althans voorlopig, vrijheid en betrekkelijke veiligheid in de nevelwouden van Midden-Amerika.