Aan de Romeinen 1:1-32
Voetnoten
Aantekeningen
Media
Rome was de hoofdstad van het Romeinse Rijk. Het was gebouwd op zeven heuvels aan de oever van de Tiber. Met de groei van het rijk groeide ook de stad. Halverwege de eerste eeuw had Rome misschien wel een miljoen inwoners. Er was ook een vrij grote Joodse gemeenschap. De eerste christenen in Rome waren waarschijnlijk Joden en proselieten die met Pinksteren 33 in Jeruzalem waren geweest en daar Petrus en de andere discipelen hadden horen prediken. Deze nieuwe discipelen zullen bij hun terugkeer het goede nieuws naar Rome hebben gebracht (Han 2:10). Rond 56 schreef Paulus in zijn brief aan de discipelen in Rome: ‘Er wordt in de hele wereld over jullie geloof gesproken’ (Ro 1:7, 8). Dit filmpje geeft een impressie van enkele belangrijke kenmerken van Rome zoals die er in Paulus’ tijd misschien hebben uitgezien.
1. Via Appia
2. Circus Maximus
3. Paleis van Caesar op de Palatijnse heuvel
4. Tempel van Caesar
5. Theaters
6. Pantheon
7. Tiber
Op de foto zijn de ruïnes te zien van een synagoge in Ostia, de havenstad van Rome. Men denkt dat het complex in de tweede helft van de eerste eeuw werd gebouwd als een synagoge maar later verschillende keren werd gerenoveerd en verbouwd. De vondst van de synagoge laat zien dat er lange tijd Joden hebben gewoond in de omgeving van Rome. Hoewel de Joden in 49 of 50 door keizer Claudius uit Rome werden verbannen, is het mogelijk dat Joodse gemeenschappen in de omgeving bleven bestaan (Han 18:1, 2). Na de dood van Claudius in 54 keerden veel Joden terug naar Rome. Toen Paulus rond 56 zijn brief aan de christenen in Rome schreef, bestond de gemeente uit zowel Joden als heidenen. Dat verklaart waarom Paulus schreef over zaken die beide groepen aangingen en hun duidelijk maakte hoe ze in eenheid met elkaar konden leven (Ro 1:15, 16).
1. Rome
2. Ostia