Een openbaring aan Johannes 8:1-13
8 Toen hij+ het zevende zegel opende,+ werd het stil in de hemel, ongeveer een half uur lang.
2 Ik zag de zeven engelen+ die voor God staan, en er werden zeven trompetten aan hen gegeven.
3 Er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat* bij het altaar+ ging staan. Hij kreeg een grote hoeveelheid wierook+ om die met de gebeden van alle heiligen te offeren op het gouden altaar+ dat voor de troon stond.
4 De rook van de wierook steeg uit de hand van de engel voor God op, samen met de gebeden+ van de heiligen.
5 Maar meteen nam de engel het wierookvat, en hij vulde het met wat vuur van het altaar en gooide dat naar de aarde. Er waren donderslagen en stemmen en bliksemflitsen+ en een aardbeving.
6 En de zeven engelen met de zeven trompetten+ maakten zich klaar om erop te blazen.
7 De eerste blies op zijn trompet. Er kwam hagel en vuur, vermengd met bloed, en het werd naar de aarde gegooid.+ En een derde deel van de aarde verbrandde, een derde deel van de bomen verbrandde en alle groene plantengroei verbrandde.+
8 De tweede engel blies op zijn trompet. Iets dat leek op een grote brandende berg werd in de zee gegooid.+ En een derde deel van de zee werd bloed.+
9 Een derde deel van de levende wezens* in de zee stierf+ en een derde deel van de schepen verging.
10 De derde engel blies op zijn trompet. Een grote ster die brandde als een lamp viel uit de hemel. Hij viel op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen.+
11 De naam van de ster is Alsem. Een derde deel van het water veranderde in alsem. Veel mensen stierven door het water, omdat het bitter was gemaakt.+
12 De vierde engel blies op zijn trompet. Een derde deel van de zon werd getroffen+ en een derde deel van de maan en een derde deel van de sterren, zodat een derde deel ervan verduisterd zou worden+ en een derde deel van de dag en ook van de nacht geen licht zou hebben.
13 En ik keek, en ik hoorde een arend die in het midden van de hemel vloog met luide stem zeggen: ‘Wee, wee, wee+ de bewoners van de aarde vanwege het trompetgeschal van de drie overgebleven engelen die op het punt staan op hun trompet te blazen!’+