De Lightbearer brengt geestelijk licht naar Zuidoost-Azië
In het begin van de jaren 30 van de vorige eeuw was er in Indonesië, Maleisië en het huidige Papoea-Nieuw-Guinea nog bijna niet door Jehovah’s Getuigen gepredikt. Hoe zou het goede nieuws die landen bereiken? Het Australische bijkantoor (nu het bijkantoor van Australazië) zag de behoefte en kocht een gemotoriseerde, 16 meter lange tweemaster. De zeilboot kreeg de naam Lightbearer (Lichtdrager) omdat de bemanning, allemaal pioniers, a de boot zou gebruiken om geestelijk licht te verspreiden in verafgelegen landen (Mattheüs 5:14-16).
Prediken op Nieuw-Guinea
In februari 1935 zeilde de zevenkoppige bemanning vanuit Sydney (aan de oostkust van Australië) naar het noorden, richting Port Moresby (Nieuw-Guinea). Onderweg vingen ze vis en stopten ze bij verschillende havens voor brandstof en extra voedsel en om reparaties uit te voeren. Op 10 april 1935 voeren ze uit vanuit Cooktown (Queensland). Toen ze in de richting van het gevaarlijke Groot Barrièrerif voeren, gebruikten ze de motor van de boot. Maar omdat de motor een raar geluid begon te maken, moesten ze die uitzetten. Zouden ze nu zonder motor helemaal naar Nieuw-Guinea zeilen of rechtsomkeert maken? De kapitein, Eric Ewins, zei dat ze ‘absoluut niet wilden terugkeren’. Dus zeilden ze naar Port Moresby, waar ze op 28 april 1935 veilig aankwamen.
Terwijl een monteur de motor repareerde, predikte de bemanning het goede nieuws in Port Moresby. Maar een van hen, Frank Dewar, die door een van de mannen werd beschreven als ‘een doorgewinterde pionier’, bleef niet in Port Moresby. Hij vertelde: ‘Ik trok met een lading boeken zo’n 30 kilometer of meer het binnenland in en verspreidde die aan de kolonisten.’ Op de terugweg nam hij een andere route en moest hij door een riviertje met krokodillen. Maar hij was voorzichtig en kwam veilig in Port Moresby aan. De inzet van de bemanning had resultaat. Sommige mensen die toen Bijbelse lectuur hadden aangenomen, werden later Getuigen van Jehovah.
Prediken op Java
Toen de motor gerepareerd was, vertrok de Lightbearer richting het eiland Java (toen Nederlands-Indië, nu Indonesië). Na verschillende stops om voorraad in te slaan kwam de boot op 15 juli 1935 aan in Batavia (nu Jakarta).
Een van de bemanningsleden, Charles Harris, ging daar van boord en bleef op Java, waar hij ijverig doorging met de prediking van het goede nieuws. b Hij zei: ‘In die tijd bestond ons werk vooral uit het verspreiden van Bijbelse lectuur. We gingen van de ene plaats naar de andere. Ik had publicaties bij me in het Arabisch, Chinees, Engels, Indonesisch en Nederlands. Mensen namen graag lectuur aan, dus verspreidde ik wel 17.000 stuks per jaar.’
Charles’ ijverige prediking in Oost-Java trok de aandacht van de Nederlandse autoriteiten. Op een keer vroeg een ambtenaar aan een broeder die op Java predikte hoeveel Getuigen er in Oost-Java waren. ‘Eén maar’, zei de broeder. ‘U denkt toch niet dat ik dat geloof?’, blafte de man. ‘Als ik zie hoeveel lectuur er overal verspreid wordt, moet u daar een behoorlijk legertje werkers hebben!’
Prediken in Singapore en Maleisië
De Lightbearer voer vanuit Indonesië naar Singapore en kwam daar op 7 augustus aan. Bij elke tussenstop speelden de broeders lezingen af via de krachtige versterker en luidsprekers van de boot. Die methode van prediken trok vaak heel wat aandacht. De Singapore Free Press berichtte zelfs dat ‘er op woensdagavond een luide stem over het water weergalmde’. Er werd aan toegevoegd: ‘Het was een unieke lezing (...) die werd afgespeeld (...) vanaf de tweemaster de “Lightbearer”, die sinds de aankomst vanuit Australië Wachttorenprogramma[’s] in Singapore afspeelt.’ In het bericht werd ook gezegd dat ‘zulke programma’s onder goede weersomstandigheden duidelijk te horen zijn tot op een afstand van (...) drie tot vier kilometer’.
Terwijl de Lightbearer in de haven van Singapore lag, vertrok Frank Dewar naar een nieuwe toewijzing. Hij vertelde over zijn vertrek: ‘We begonnen in Singapore te prediken en bleven op de boot wonen. Toen de tijd aanbrak dat de Lightbearer verder zou varen, zei Eric Ewins iets waar ik heel erg van schrok: “Zo, Frank, we zijn er. Tot hier kunnen we je meenemen. Je wilde toch naar Siam? Van boord dus!” Ik hapte naar lucht en stamelde: “Maar ik weet niet eens hoe ik van hieruit in Siam kom!”’ Eric vertelde Frank dat hij er per trein kon komen vanuit Kuala Lumpur (in het huidige Maleisië). Dus dat deed Frank. Hij vertrok naar Kuala Lumpur en kwam een paar maanden later aan in Siam (nu Thailand). c
De Lightbearer zeilde verder langs de westkust van Maleisië en stopte in Johor Bahru, Muar, Malakka, Klang, Port Swettenham (nu Port Klang) en Penang. In elke haven speelde de bemanning Bijbellezingen af via de luidsprekers van de boot. ‘Een vliegende schotel had nauwelijks meer belangstelling kunnen wekken’, zei Jean Deschamp, een Getuige die toen in Indonesië diende. Na het afspelen van de lezingen ging de bemanning aan land en verspreidde lectuur aan mensen die interesse hadden.
Prediken op Sumatra
Vanuit Penang stak de Lightbearer de Straat van Malakka over en voer naar Medan op Sumatra (nu een deel van Indonesië). Eric Ewins vertelt: ‘Ons verblijf in de regio Medan was heel aangenaam en interessant, en veel mensen luisterden graag naar het goede nieuws.’ De broeders verspreidden in dat gebied zo’n 3000 stuks lectuur.
De Lightbearer zeilde verder naar het zuiden, en de bemanning predikte in grote havens aan de oostkust van Sumatra. In november 1936 keerden ze terug naar Singapore. Daar verliet Eric Ewins de boot en een paar weken later trouwde hij met Irene Struys, een zuster die in Singapore woonde. Samen gingen ze pionieren op Sumatra. De Lightbearer had nu natuurlijk een nieuwe kapitein nodig.
Prediken op Borneo
De nieuwe kapitein was Norman Senior, een ervaren zeevaarder. Hij kwam in januari 1937 naar Singapore vanuit Sydney. De Lightbearer zeilde vervolgens verder naar Borneo en Celebes (nu Sulawesi), waar de bemanning grondig predikte. Ze waagden zich wel 480 kilometer het binnenland in.
Toen ze in de haven van Samarinda op Borneo aankwamen, weigerde de havenmeester toestemming te geven om tot de plaatselijke bevolking te prediken. Maar toen Norman meer uitleg gaf over ons predikingswerk, werd de man behulpzaam en nam hij zelfs wat lectuur aan.
Bij een andere gelegenheid nodigde een plaatselijke predikant Norman uit om in zijn kerk een preek te houden. Maar in plaats van zelf een preek te houden, gebruikte Norman een grammofoon om vijf Bijbellezingen af te spelen. De predikant vond ze interessant en vroeg zelfs om wat lectuur voor zijn vrienden. Helaas was de reactie van deze predikant een uitzondering. De andere geestelijken waren niet blij met het werk van Jehovah’s Getuigen. Ze waren razend vanwege de moedige prediking van de bemanning en zetten zelfs de autoriteiten onder druk om de Lightbearer te verbieden in andere havens aan te meren.
Terug naar Australië
Het lukte de geestelijken een verbod te laten uitvaardigen, en dus zeilde de Lightbearer in december 1937 terug naar Australië en ging voor anker in de haven van Sydney. Daar kon de bemanning in april 1938 een congres van Jehovah’s Getuigen bijwonen. Dat was meer dan drie jaar nadat de Lightbearer uit Sydney was vertrokken. De boot werd begin jaren 40 verkocht, net nadat het werk van de Getuigen in Australië was verboden. ‘De boot had zonder twijfel zijn doel gediend’, zei broeder Ewins, die zijn tijd aan boord van de Lightbearer beschreef als enkele van de gelukkigste jaren van zijn leven.
De nalatenschap van de Lightbearer
De bemanning van de Lightbearer heeft Koninkrijkszaad gezaaid in een uitgestrekt gebied met een grote bevolking. Ondanks tegenstand heeft hun werk geleidelijk vrucht afgeworpen (Lukas 8:11, 15). In de landen waar die pioniers predikten zijn er nu meer dan 40.000 Koninkrijksverkondigers. Wat een schitterende nalatenschap van een handjevol moedige mannen en een zeilboot die zijn naam eer aandeed!